Video Determinatie

Associatie van Grauwe wilg - Salicetum cinereae

Grauwe wilg overheerst de struiklaag van dit struweel, dat zo'n zeven meter hoog kan worden. Het struweel is dicht en er komt weinig licht op de bodem, waardoor de betrekkelijk soortenarme kruidlaag slechts weinig bedekt. Ook de moslaag is meestal slecht ontwikkeld en veenmossen zijn vrijwel nooit aanwezig.
Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De Associatie van Grauwe wilg komt voor in matig voedselrijke tot voedselrijke moerassen. De gemeenschap groeit op laagveen, in beekdalen, in en langs voedselrijk geworden vennen, op niet overstroomde plaatsen langs rivieren, in duinvalleien en in spoorsloten. De diepte van de grondwaterstand is gevarieerd. De bodem is basischer, minder voedselarm en minder venig dan bij de Associatie van Geoorde wilg.

Het Europese areaal van de Associatie van Grauwe wilg omvat de gematigde delen van de Eurosiberische regio en strekt zich naar het noorden toe uit tot in Zuid-Zweden en de Baltische staten. In Nederland ligt het zwaartepunt in de beekdalen van de Pleistocene gebieden, maar ook daarbuiten komt zij veel voor, onder andere in voormalige heidegebieden, natte potkleigebieden, laagveengebieden en het Waddendistrict.

De gemeenschap wordt gekenmerkt door de dominantie van Grauwe wilg. In tegenstelling tot de associatie van Geoorde wilg komen Sporkehout en Geoorde wilg in dit struweel maar weinig voor. In de kruidlaag treden moerasplanten als Bitterzoet, Riet, Hennegras, Grote wederik, Moeraswalstro, Wolfspoot en Gele lis op de voorgrond.

In de plantenassociatie 'Associatie van Grauwe wilg' komen de volgende plantensoorten voor:

Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 350.