Video Determinatie

Echte koekoeksbloem - Silene flos-cuculi

In onze natte hooilanden, een groep vegetaties uit het geheel der graslanden, langs sloot- en waterkanten en in moerassige en venige vegetaties vind je in de tweede helft van de lente, begin van de zomer en soms opnieuw in de herfst de fraaie en vrolijk gekleurde bloemen van de Echte koekoeksbloem. Door het gebruik van bemesting in het kader van de intensieve landbouw en veeteelt is op vele voormalige groeiplaatsen van de soort weinig meer terug te vinden en is de soort verdrongen naar sloot- en waterkanten, als daar tenminste de bodem minder voedselrijk is. Aan de voet van de plant vind je niet-bloeiende bladrozetten, die kunnen overwinteren.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Silene flos-cuculi (L.) Greuter & Burdet, de Echte koekoeksbloem, hoort tot de Anjerfamilie en valt op door zijn vrolijke uiterlijk als gevolg van de roze kleur en de in vier delen opgesplitste kroonbladen. Vroeger werd de Echte koekoeksbloem in een apart geslacht (Lychnis t.o.v. Silene) onderscheiden, maar dat is nu niet meer het geval.

De zeer algemene Echte koekoeksbloem sierde in vroeger dagen al onze natte hooilanden, maar de verlaging van de grondwaterstand en de bemesting van deze hooilanden om de productie te verhogen heeft de soort teruggedrongen tot de sloot- en waterkanten. Ze komt daar en verder alleen nog maar voor in venige en natte als natuurgebied beheerde terreinen. Ook in natte duinvalleien vind je haar. Het huidige beheer buiten de natuurgebieden is funest voor deze soort.

De overblijvende plantensoort heeft aan de voet op de bodem niet-bloeiende bladrozetten die in de winter te herkennen zijn door hun paarsige kleur. De stengel is behaard, maar niet kleverig onder de knopen.

In tegenstelling tot de Dag- en Avondkoekoeksbloem is de Echte koekoeksbloem eenhuizig en vind je in elke bloem naast veel meeldraden vijf stijlen. De vijf tanden van de vergroeibladige kelk zijn korter dan de buis van de kelk.

In de bladoksels vind je vaak het zogenaamde koekoeksspog, slijm met luchtblaasjes afkomstig van de larve van een schuimcicade. Vroeger werd wel gedacht dat dit spuug van de Koekoek was, vandaar de Nederlandse naam van deze plantensoort. 

Jac P. Thijsse beschrijft in de Verkade albums deze plantensoort als een sieraad van de Hollandse Bonte weide. Samen met Eli Heimans streefden zij er in hun tijd, eind negentiende en begin twintigste eeuw naar om betere levensvoorwaarden te creëren voor deze, nu zeldzaam geworden, soorten en de plantengemeenschappen, waarin ze voorkomen door Natuurmonumenten op te richten.

MM_120107/200116

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Silene - Silene
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 0.90 meter
Bloeiperiodes:
Bloemkleur:
roze
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
5
Stempels:
5
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard
Schors:
-
Bladstanden:
tegenoverstaand en kruisgewijs, tegenoverstaand, kruisgewijs
Bladvormen:
lijnvormig, lancetvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Echte koekoeksbloem is te vinden in natte graslanden, zogenaamde hooilanden, en duinvalleien. ook op venige en moerassige bodems tref je de soort aan. Door het uitermate ongunstige beheer met veel bemesting is de soort teruggedrongen tot sloot- en waterkanten en natuurgebieden die als moeras of veen beheerd worden. Een enkele keer wordt Echte koekoeksbloem gevonden op kapvlakten in bossen, in elk geval op plaatsen waar, gemiddeld genomen, de luchtvochtigheid hoog blijft en er voldoende bodemvocht aanwezig is.

De Echte koekoeksbloem is van oudsher een kenmerkende zeer algemene soort uit onze natte bloemrijke hooilanden, die eenmaal per jaar gemaaid worden. Een uitgebreide beschrijving is te vinden in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland

16Ab Gewone en Spindotterbloem Verbond

De plantensoort 'Echte koekoeksbloem' komt voor in de volgende plantenassociaties:

In de bladoksels van Echte koekoeksbloem vind je vaak het zogenaamde koekoeksspog, slijm met luchtblaasjes afkomstig van de larve van een schuimcicade. Vroeger werd wel gedacht dat dit spuug van de Koekoek was, vandaar de Nederlandse naam van deze plantensoort.

Heel uitgebreide nadere informatie over de ecologie van Echte koekoeksbloem en zijn relaties met andere soorten en organismen kan gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora.Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 202.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 293-294. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 531.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 441. Er zij op gewezen dat de plant hier Lychnis flos-cuculi heet; de plantensoorten uit de geslachten Silene, Lychnis en Melandrium zijn naar de nieuwste opvattingen, weerspiegeld in de Heukels'Flora, bij elkaar gevoegd in het geslacht Silene.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Siléne flos-cucúli.

In het Duitse spraakgebied: Kuckucks-Lichtnelke, Nelkengewächse; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 155. In deze Duitse flora wordt nog de oude wetenschappelijke naam Lychnis flos-cuculi gebruikt. Bij Kosmos-Naturführer wordt de Kuckucks-Lichtnelke met de huidige wetenschappelijke naam Silene flos-cuculi aangeduid.