Het zijn allemaal meerjarige kruidachtige planten met hun ondergrondse reserves opgeslagen in bollen en soms in een wortelstok. De bladeren zijn vaak erg lang en daarbij smal en soms zelfs rolrond. Ze staan ingeplant op de ondergrondse delen of verspreid aan de stengels.
De bomen en struiken uit deze familie zijn éénhuizig, dat wil zeggen dat de mannelijk bloeiende en aparte vrouwelijk bloeiende katjes aan dezelfde exemplaren zijn te vinden. Bestuiving vindt vrijwel alleen plaats door de wind.
De Lipbloemenfamilie of Lamiaceae is een grote familie van vaak aromatische kruiden en kleinere struiken. De stengels zijn bijna altijd vierkantig, vaak sterk behaard en de bladeren staan tegenover elkaar en zelfs kruisgewijs aan de staande en soms liggende stengels.
De kruidachtige planten uit deze familie hebben tegenoverstaande bladeren. Dit zijn enkelvoudige bladeren met een gave bladrand. De regelmatige viertallig of vijftallig bloemen zijn tweeslachtig en staan vaak in bijschermen.