Video Determinatie

Kruipertjes-associatie - Hordeetum murini

De Kruipertjes-associatie wordt voornamelijk gevormd door in de nazomer of herfst kiemende, eenjarige soorten (winterannuellen) en bestaat uit een relatief laagblijvende, dichte door Kruipertje overheerste, grazige vegetatie, waarin de 'korenhalmen' van Kruipertje het beeld bepalen. De vegetatie kleurt vaak al in de voorzomer geel.
Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De gemeenschap is warmte-, droogte- en matig stikstofminnend en vormt op zand-, löss- en kleibodem begroeiingen met een klein oppervlak. Zij groeit langs wegen, op en langs trottoirs, tegen de voet van muren, langs heggen, op speelplaatsen en parkeerveldjes, braakland, puinhopen, langs spoorwegen, op haventerreinen, intensief door schapen begraasde dijken en in huisweitjes. Vaak is zij aanwezig in een gradiënt tussen niet betreden storingsgemeenschappen en tredplantengemeenschappen als de Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree.

Het Europese areaal van de Kruipertjes-associatie omvat West- en Midden-Europa. In Nederland is de associatie, vooral in steden zeer algemeen, met uitzondering van het noordoosten en vooral van Drenthe waar zij zeldzaam is.

Deze associatie is snel te herkennen aan het overheersen van Kruipertje. Daarnaast komt de ordekensoort Gewone raket relatief vaak voor. De aanwezige klassekensoorten hebben een lage presentie. Van de begeleidende soorten worden Engels raaigras, Gewoon varkensgras, Herderstasje, Straatgras, Zachte dravik en Gewone paardenbloem het meest aangetroffen.

In de plantenassociatie 'Kruipertjes-associatie' komen de volgende plantensoorten voor:

Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 322.