Spiesmelde - Atriplex prostrata

Een veel op Uitstaande melde lijkende heel algemene soort is Spiesmelde, Atriplex prostrata. De planten hebben een melig uiterlijk door de bolvormige haren op bladeren en stengels. Hun bladeren zijn minder langgerekt en meer driehoekig tot spiesvormig, dan de bladeren van Uitstaande melde. Het zijn planten van het vloedmerk langs de kust en van natte stikstofrijke gronden langs de rivieren en in moestuinen en op bouwland.

De eenjarige planten van Spiesmelde, Atriplex prostrata (Boucher ex DC.) uit de Amarantenfamilie of Amaranthaceae, hebben een voorkeur voor stikstofrijk en nat substraat.

Op de penwortel ontwikkelt zich een tot rond een meter hoge plant, die aan de voet van de hoofdstengel uitlopers heeft in alle vier de richtingen. Daardoor heeft dit kruid al snel iets weg van een struik, maar er zijn geen verhoute delen. De bladeren zijn driehoekig en hebben aan de voet twee duidelijk naar opzij en soms iets naar achteren uitstekende tanden, waardoor het blad een spiesvorm heeft.

De bloeiwijzen aan de toppen van de stengels zijn aar tot pluimvormig en de kleine bloemen zitten in clusters of kluwens bijeen. Je vindt in de bloeiwijze twee typen bloemen door elkaar, namelijk mannelijk bloeiende meeldraadbloemen en vrouwelijke stamperbloemen. De mannelijk bloeiende bloemen hebben een bloemdek met vijf bloemdekbladen en vijf meeldraden die op de bloemdekbladen staan ingeplant. De stamperbloemen hebben een bovenstandig vruchtbeginsel met een stijl en twee stempellobben. Er staat geen bloemdek omheen, maar er zijn twee zogenaamde steelblaadjes die het vruchtbeginsel omvatten en als een beursje omsluiten. Deze steelblaadjes zijn aan de vlakke voet met elkaar vergroeid en blijven om de vrucht zitten. Deze steelblaadjes zijn driehoekig en enigszins getand. Er kunnen overigens altijd wel een paar tweeslachtige bloemen gevonden worden in de bloeiwijze.

Omdat in iedere bloeiwijze bij elke plant zowel meeldraadbloemen als stamperbloemen zitten is de plant eenhuizig. De vruchten bestaan uit een nootje als zaad en de twee steelblaadjes, die ook te betitelen zijn als vruchtkleppen, zoals we dat bij de Zuringen doen. Deze vruchten kunnen goed drijven wat voor de verspreiding van het zaad gunstig is, immers via zeewater en rivierwater wordt het zaad aldus vervoerd.

MM_201028

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Melde - Atriplex
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 1.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
grijs, groen
Bloeiwijzen:
aar, kluwen
Bloemvorm:
bloemdek
Bloemtypen:
eenslachtig, eenslachtig en/of tweeslachtig
Bloembladen:
5 bloemdek
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
spiesvormig, driehoekig, langwerpig
Bladrand:
gegolfd
Ondergrondse delen:
fors, diep, penwortel
Plantengemeenschappen:

Spiesmelde is in beginsel een plant van de kuststrook, waar ze op vloedmerk te vinden is samen met de Strandmelde. Maar je vindt de plant ook op stikstofrijke, zware en heel vochtige grond, zoals op bouwland, omgewerkte bermen, bij mesthopen en rivieroevers. Het is een van oorsprong Europese plantensoort, die zich steeds meer als kosmopoliet gedraagt en over het hele noordelijk halfrond te vinden is.

De plantensoort 'Spiesmelde' komt voor in de volgende plantenassociaties:

In de nieuwste Heukels'flora (2020) wordt onderscheid gemaakt tussen Spiesmelde en Gesteelde spiesmelde. Deze laatste met de wetenschappelijke naam Atriplex longipes werd in oudere flora's beschouwd als een ondersoort van Spiesmelde en met de wetenschappelijke naam Atriplex prostrata var. longipes aangeduid. Deze laatste is een laagblijvende plant tot minder dan een halve meter hoog en verkleurt bij het ouder worden naar geel.

Meer informatie over de ecologie van Spiesmelde en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 166.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Duistermaat, L (2020) Heukels'flora van Nederland, 24ste druk: 507-508.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 422. In deze flora draagt de soort de wetenschappelijke naam Atriplex hastata.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Átriplex prostráta