Reis mee door onze flora. Het oud-nederlandse woord slee betekent zoveel als de tanden stroef makend. Sleedoorn (SL1021) uit de Rozenfamilie is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim.
Reis mee door onze flora. Uit de Rozenfamilie kennen we een aantal soorten die aan de basis staan van veredelde fruitrassen. (Wilde) Appel (SL1934) is de wilde vorm waaruit kwekers in de loop van eeuwenlange selectie onze appelrassen hebben gecultiveerd.
Reis mee door onze flora. De stamvader van onze fruitboom de kers is Zoete kers (SL1018) uit de Rozenfamilie. Deze bomen die we in onze loofbossen kunnen vinden vallen vanaf medio april en begin mei op door de mooie witte bloesem.
Reis mee door onze flora. Gewone vogelkers (SL1019) uit de Rozenfamilie is een halfschaduw soort, dat wil zeggen dat de boom of struik nooit in de volle zon staat, maar altijd enigszins beschut.
Reis mee door onze flora. Een tamelijk zeldzaam voorkomende struik of kleine boom uit de Rozenfamilie is Mispel (SL0824). De vruchten zijn pas eetbaar als ze "beurs" geworden zijn.
Reis mee door onze flora. Als veekering is Eenstijlige meidoorn (SL0369) uit de Rozenfamilie al eeuwen door de mens in gebruik in de vorm van aangeplante hagen. In oude landschapstypen zoals het Maasheggengebied of in het oude landbouwcultuurlandschap van het Limburgse heuvelland zie je dat in dit soort Meidoornhagen vaak eeuwenoude struiken staan.