Video Determinatie

Rietgras - Phalaris arundinacea

Een in de zomer bloeiende oeverplant die veel op Riet lijkt is Rietgras, Phalaris arundinacea. De tot wel 25 cm grote bloeiwijzen lijken wat de vorm betreft wel wat op Kropaar. Immers de aartjes zitten net als bij Kropaar dicht bijeen in wat de Duitser 'Knauel' noemt; wij zouden zeggen "kropjes". De kleur van de bloeiwijze is rood tot paars metalig. Rietgras heeft een vliezig tongetje op de overgang van bladschede naar bladschijf. Riet heeft daar een krans van haren staan.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

In de oevervegetatie langs zoete wateren en ook wel in moerassige vegetaties en langs struweelranden die daaraan grenzen kun je een hoog opschietend gras aantreffen, namelijk Rietgras, Phalaris arundinacea L..

De soort heeft wijdvertakte ondergrondse wortelstokken, waarmee ze grote oppervlakken kan bezetten. Deze wortelstokken hebben geen centrale holte zoals we bijvoorbeeld bij Liesgras en Riet vinden. De luchtvoorziening gebeurt door holtes in de wand van de wortelstokken. De wortels kunnen meters diep in de bodem reiken.

Uit die wortelstokken rijzen de rechtopstaande stengels omhoog, waaraan in de zomer de grote pluimen zich ontvouwen met opvallende pakketjes van aartjes, die wel wat lijken op de pakketjes zoals je die bij de Kropaar vindt. De aartjes in de bloeiwijze kleuren roze tot paars of bruin. In elk aartjes vind je slechts één bloemetje. Ieder bloemetje heeft 2 kelkkafjes zonder kafnaald; ze zijn 5-6,5 mm groot. De kelkkafjes hebben een gekielde rug, met kleine haartjes. In een aartje zijn ook nog twee aanhangsels of kleine kelkkafjes; dit zijn waarschijnlijk evolutionair de resten van twee rudimentaire bloemen. Sommige auteurs beschrijven deze aanhangsels ook wel als rudimentaire kroonkafjes. De kroonkafjes van de ene volledige bloem zijn kleiner dan de kelkkafjes; deze kroonkafjes zijn behaard.

Als de planten nog niet bloeien lijken ze wel wat op Riet, maar in tegenstelling tot dit laatste gras, dat een harig tongetje heeft, is het tongetje van Rietgras vliezig. Ook is de bladrand glad. De tot twee cm brede bladschijven hebben zwakke afgeronde ribben, wat goed zichtbaar is als je een bladschijf over een vinger spant. De middennerf is naar de voet van de bladschijf toe opvallend breed en plat.

MM_130313

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Kanariegras - Phalaris
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.50 - 2.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
paars, roze, groen
Bloeiwijze:
pluim
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengels:
hol tussen de knopen, rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
in rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het areaal of verspreidingsgebied van Rietgras zijn de koude en gematigde zones van het noordelijk halfrond. Het is verder te vinden in Zuid-Afrika, Australië en in gebergten in Kenya en Java. Ongetwijfeld is het hier door menselijk toedoen ingevoerd. In Nederland en België is het net als Riet een Liesgras een echte oeverplant, die je geregeld langs rivieren en plassen tegenkomt. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland worden de gemeenschappen waarin Rietgras als belangrijk optredende soort voorkomt beschreven

8 Rietklasse

8Aa2 Associatie van Blauwe waterereprijs en Waterpeper

8Aa3 Associatie van Groot moerasscherm

8Ab1 Watertorkruid-associatie

8Bc Verbond van Scherpe zegge

8Bc2 Associatie van Scherpe zegge

8Bc4 Associatie van Noordse zegge

32Aa1 Associatie van Moerasspirea en Valeriaan

32Ba1 Rivierkruiskruid-associatie

32Ba2 Moerasmelkdistel-associatie

38Aa2 Lissen-ooibos

De plantensoort 'Rietgras' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Rietgras kan op plaatsen verschijnen waar het als oeverplant eigenlijk niets te zoeken heeft en waar je het niet zou verwachten. In die gevallen is er sprake van verstoring van de aanwezige plantengemeenschap ofwel door toevoer van voedselrijk (vervuild?) water ofwel door veranderingen in de grondwaterspiegel.

Nog meer informatie over de ecologie van Rietgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 186.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 225. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 247.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 270.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Phaláris arundinácea