Deze familie van kruidachtige planten kent twee geslachten Ooivaarsbek en Reigersbek. Hun Nederlandse naam is afgeleid van de vorm van de vrucht, die wel wat heeft van een van opzij aangekeken reiger of ooievaar.
Deze familie kent een aantal geslachten en soorten die wat de habitus, dat is het uiterlijk, betreft soms weinig overeenkomsten hebben, maar op grond van moderne moleculair biologische en genetische inzichten dicht bij elkaar staan in evolutionaire zin.
Deze familie, zoals die in de nieuwste Heukels’ Flora is samengesteld, omvat op het eerste gezicht een aantal plantengeslachten met een heel verschillend uiterlijk en bouw.
De Lipbloemenfamilie of Lamiaceae is een grote familie van vaak aromatische kruiden en kleinere struiken. De stengels zijn bijna altijd vierkantig, vaak sterk behaard en de bladeren staan tegenover elkaar en zelfs kruisgewijs aan de staande en soms liggende stengels.
Het meest in het oog springende kenmerk van de plantensoorten uit deze familie is de vorm van de bladeren. Ze bestaan uit drie deelblaadjes en lijken in dat opzicht op de Klaversoorten uit de Vlinderbloemenfamilie.
De plantensoorten uit de grote Ruwbladigenfamilie zijn kruiden die éénjarig of meerjarig kunnen zijn. Ze zijn vaak ruw behaard. De bladeren zijn enkelvoudig tot geveerd en staan verspreid of tegenover elkaar aan de stengels.