Deze familie, zoals die in de nieuwste Heukels’ Flora is samengesteld, omvat op het eerste gezicht een aantal plantengeslachten met een heel verschillend uiterlijk en bouw.
Deze kleine familie omvat kruidachtige windende planten, het geslacht Convolvulus, en een aantal parasitaire eveneens windende planten, het geslacht Warkruid.
De plantensoorten uit de grote Ruwbladigenfamilie zijn kruiden die éénjarig of meerjarig kunnen zijn. Ze zijn vaak ruw behaard. De bladeren zijn enkelvoudig tot geveerd en staan verspreid of tegenover elkaar aan de stengels.
Deze familie kent een aantal geslachten en soorten die wat de habitus, dat is het uiterlijk, betreft soms weinig overeenkomsten hebben, maar op grond van moderne moleculair biologische en genetische inzichten dicht bij elkaar staan in evolutionaire zin.
De planten uit deze familie, die in onze contreien beperkt is tot één geslacht, namelijk Hertshooi of Hypericum, hebben tegenoverstaande bladeren, waarin vaak witte of zwarte oliedruppels te zien zijn. Soms heel opvallend, waardoor het lijkt dat de bladeren met een naald zijn doorgeprikt als je een blad tegen het licht houdt.