De Lipbloemenfamilie of Lamiaceae is een grote familie van vaak aromatische kruiden en kleinere struiken. De stengels zijn bijna altijd vierkantig, vaak sterk behaard en de bladeren staan tegenover elkaar en zelfs kruisgewijs aan de staande en soms liggende stengels.
Naast de Linde als boom omvat deze familie vooral kruiden. De bladeren staan verspreid aan de stengels of takken en twijgen en vallen op door hun nervatuur die bijna altijd handvormig is. De bloemen van de plantensoorten uit de familie zijn regelmatig, tweeslachtig en vier- of vijftallig.
Deze familie van kruidachtige planten kent twee geslachten Ooivaarsbek en Reigersbek. Hun Nederlandse naam is afgeleid van de vorm van de vrucht, die wel wat heeft van een van opzij aangekeken reiger of ooievaar.
De plantensoorten uit de grote Ruwbladigenfamilie zijn kruiden die éénjarig of meerjarig kunnen zijn. Ze zijn vaak ruw behaard. De bladeren zijn enkelvoudig tot geveerd en staan verspreid of tegenover elkaar aan de stengels.
Deze familie kent een aantal geslachten en soorten die wat de habitus, dat is het uiterlijk, betreft soms weinig overeenkomsten hebben, maar op grond van moderne moleculair biologische en genetische inzichten dicht bij elkaar staan in evolutionaire zin.
Tot de Teunisbloemfamilie behoort een aantal plantengeslachten en -soorten met kleurrijke bloemen. Het zijn vooral landplanten, maar ook een aantal water- en moerasplanten hoort ertoe.