De geslachten en soorten uit de familie Orchideeën zijn overblijvende kruiden met ondergrondse wortelstokken of knollen. De bladeren staan meestal verspreid aan de stengel en hebben een gave bladrand. Soms zijn ze schubvormig.
De plantensoorten die tot deze familie horen zijn vrijwel altijd kruiden. Ze hebben vaak bladeren die in een rozet staan en aan de stengel staan de bladeren verspreid. Het zijn enkelvoudige, niet-samengestelde bladeren.
Tot de Teunisbloemfamilie behoort een aantal plantengeslachten en -soorten met kleurrijke bloemen. Het zijn vooral landplanten, maar ook een aantal water- en moerasplanten hoort ertoe.
De Composietenfamilie is de grootste familie in onze contreien als het om het soortenaantal gaat. Dat leidt ertoe dat de veelvormigheid, bijvoorbeeld wat de bladeren betreft erg groot is, van gaafrandig langwerpig, tot veerdelig ingesneden en zelfs stekeltandig.
De plantensoorten uit de grote Ruwbladigenfamilie zijn kruiden die éénjarig of meerjarig kunnen zijn. Ze zijn vaak ruw behaard. De bladeren zijn enkelvoudig tot geveerd en staan verspreid of tegenover elkaar aan de stengels.