Reis mee door onze flora. Het oud-nederlandse woord slee betekent zoveel als de tanden stroef makend. Sleedoorn (SL1021) uit de Rozenfamilie is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim.
Reis mee door onze flora. Uit de Rozenfamilie kennen we een aantal soorten die aan de basis staan van veredelde fruitrassen. (Wilde) Appel (SL1934) is de wilde vorm waaruit kwekers in de loop van eeuwenlange selectie onze appelrassen hebben gecultiveerd.
Reis mee door onze flora. De Heggenrank (SL0167) uit de Komkommerfamilie is algemeen in de duinen, Zuid-Limburg, het rivierengebied en ook in stedelijke gebieden.
Reis mee door onze flora. In zachte winters bloeit de Kleine brandnetel (SL1322) uit de Brandnetelfamilie het hele jaar door. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Roosachtigen.
Reis mee door onze flora. Grote brandnetel (SL1321) uit de Brandnetelfamilie is een waardplant voor vlinders. Zo leeft de Dagpauwenoog in het rupsstadium op deze planten in spinselnesten en vervult in dit opzicht dus een belangrijke rol bij het in stand houden van de biodiversiteit.
Reis mee door onze flora. De bloemen van de Fladderiep (SL5154) uit de Iepenfamilie hangen aan lange stelen in hoofdjesachtige groepen bij elkaar. De bladeren hebben een zeer scheve bladvoet.