Reis mee door onze flora. Gele kornoelje (SL1422) uit de Kornoeljefamilie is aan het eind van de winter gemakkelijk te herkennen, omdat deze struik dan bloeit met kleine, viertallige, gele bloemen. Sommige struiken zijn al in bloei waargenomen.
Reis mee door onze flora. Het oud-nederlandse woord slee betekent zoveel als de tanden stroef makend. Sleedoorn (SL1021) uit de Rozenfamilie is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim.
Reis mee door onze flora. Klein hoefblad (SL1316) uit de Composietenfamilie. Vroeger werd Klein hoefblad gebruikt als een middel tegen hoesten. Mogelijk komt daar de naam vandaan en is het een verbastering van Hoestblad.
Reis mee door onze flora. Kleine veldkers (SL0203) uit de Kruisbloemenfamilie heeft een polvormige groeiwijze door het grote aantal bladeren dat in een rozet staat.
Reis mee door onze flora. Katwilg (SL1126) uit de Wilgenfamilie is een struikvormige wilgensoort die zelden de vorm van een boom heeft. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Geranium- en Vioolachtigen.
Reis mee door onze flora. Makkelijke herkenningspunten van Zwarte els (SL0036) uit de Berkenfamilie in de winter zijn het donkere uiterlijk van de boom met enigszins paars-zwarte elzenproppen.