Video Determinatie

Kruidvlier-associatie - Heracleo-Sambucetum ebuli

De Kruidvlier-associatie is een anderhalf tot twee meter hoge ruigtegemeenschap, die wordt gedomineerd door de naamgevende en stevig groeiende soort Kruidvlier. Met zijn forse wortelstokken vormt deze soort dichte schijnstruwelen, waarin voor andere planten slechts weinig ruimte wordt overgelaten.
Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De in Nederland zeldzame gemeenschap komt voor op humeuze, vochtige, voedselrijke (speciaal stikstofrijke) en kalkhoudende gronden, bij voorkeur op hellend terrein in de buurt van rivieren, beken of brongebieden. De standplaatsen moeten goed worden belicht, maar mogen niet uitdrogen en ook niet onder water komen. Groeiplaatsen zijn onder andere open plekken in hellingbossen, rivierdijken en insnijdingen en taluds van spoorwegen.

De associatie komt voor in Midden-Europa ten noordwesten van de Alpen. De noordgrens van het areaal loopt door Midden-Nederland en Nedersaksen. In Nederland is de gemeenschap beperkt tot het Zuidlimburgse district en het oostelijke rivierengebied, met name in de Overbetuwe en het Rijk van Nijmegen. Omdat de associatie pas laat werd onderkend, ontbreken goede historische beschrijvingen.

Kruidvlier is de enige kensoort van de associatie, waarin verder stikstofminnende soorten als Grote brandnetel, Gewone berenklauw, Kleefkruid, Kweek, Hondsdraf en Haagwinde een betrekkelijk hoge presentie bereiken. Wat minder frequent zijn soorten als Dauwbraam, Glanshaver, Ruw beemdgras, Kropaar en Fluitenkruid.

In de plantenassociatie 'Kruidvlier-associatie' komen de volgende plantensoorten voor:

Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 343.