Video Determinatie

Dolle kervel - Chaerophyllum temulum

Witte schermen van verschillende plantensoorten kunnen de randen van struwelen en bossen, maar ook ruigten en bermen vanaf april sieren. Naast de allereerste bloeier uit de Schermbloemenfamilie, Fluitenkruid, zie je in de maanden mei en juni vervolgens nog andere plantensoorten met witte schermen op vergelijkbare standplaatsen. Een van die soorten is Dolle kervel, Chaerophyllum temulum. De bladeren zijn wat dofgroen van kleur, de stengels behaard en in het overgangsgebied tussen het groene stengeldeel bovenin de plant en het rode stengelgedeelte onderin de plant is een overgangszone met rode punten. Daardoor is Dolle kervel gemakkelijk te herkennen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Dolle kervel of Chaerophyllum temulum L. is een voorjaarsbloeier uit de Schermbloemenfamilie of Apiaceae.

Dolle kervel bloeit met vlakke hagelwitte schermen, die meestal geen omwindsel hebben. De 5 tot 12 schermpjes in het scherm hebben een omwindseltje dat uit meerdere blaadjes bestaat. Deze zijn gewimperd. Voor de bloei knikken de schermen.

De vruchten zijn langwerpig met een kegelvormige top, waarop de twee stempels te zien zijn. De ribben op de vruchten zijn breed, maar springen niet of nauwelijks uit.

De rechtopstaande stengel is onderaan rood en bovenaan groen. Op de overgang staan vele rode vlekken. De stengel is op doorsnede gevuld. De stengel is over de hele lengte bezet met fijne haren en ook de schedes van de verspreid staande bladeren zijn behaard. De bladeren zijn meervoudig geveerd en de bladslippen zijn langwerpig en stomp en de kleur is dofgroen.

Dolle kervel is giftig en dankt zijn naam waarschijnlijk door verwarring met de zeer giftige Gevlekte scheerling. Dat is de plant waarvan uit de geschiedenis bekend is dat de Griekse filosoof Socrates gedwongen werd de gifbeker te drinken.

De plant komt algemeen voor in Zuid en Oost Nederland en wordt veel aangetroffen in de beschaduwde randen van struwelen en bossen. Ook staat hij wel in bossen. De bodem is zeer voedselrijk en vaak vochtig. Soms staat hij ook aan akkerranden en in de lössgebieden. Je vindt de plantensoort vrijwel niet in de veengebieden, op de Waddeneilanden en de zware zeekleigronden.

MM_110829

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ribzaad - Chaerophyllum
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 1.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
scherm
Bloemvorm:
regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
splitvrucht
Zaden:
-
Stengels:
geribd of geribbeld, rechtopstaand, behaard, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
ingesneden, dubbel geveerd
Bladrand:
gelobd
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

Dolle kervel heeft een verspreidingsgebied dat Europa en het Noordwesten van Afrika omvat. Het is een Heggenplant of struweelrandplant en zoals in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschreven is de (mede-)naamgever van de plantengemeenschap

33Aa4 Associatie van Look-zonder-look en Dolle kervel

De plantensoort 'Dolle kervel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Dolle kervel is een giftige plant.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Dolle kervel en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 250.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 553. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 761.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 651.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Chaerophýllum témulum