Video Determinatie

Beklierde duizendknoop - Persicaria lapathifolia

Een heel algemene soort die je aantreft op plekken met een hoge rijkdom aan mineralen en meststoffen is de Beklierde duizendknoop, Persicaria lapathifolia. De planten hebben langwerpige bladeren met vaak een halve maanvormige donkere vlek. Ze bloeien met een aantal aren met daarin kleine bloemen die verschillende kleuren kunnen hebben. De planten hebben tuitjes op de plek waar de bladeren aan de stengels staan.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een eenjarige, veelvormige soort uit het geslacht Duizendknoop is de Beklierde duizendknoop, Persicaria lapathyfolia (L). Gray uit de Duizendknoopfamilie of Polygonaceae. De plant werd vroeger wel Knopige duizendknoop, Polygonum nodosum, genoemd.

Aan de rechtopstijgende stengels staan de langwerpige tot lancetvormige bladeren verspreid. Er zijn geen steunblaadjes, maar op de plaats van inplanting van de bladeren, de knopen, staat een tuitje. Aan de voet is het tuitje vergroeid met de heel korte bladsteel. Het is recht afgeknot en loopt niet uit in harige uitsteeksels of wimpers, zoals we dat wel vinden bij Perzikkruid, Waterpeper en de Kleine duizendknoop; wel zitten er soms kleine haartjes op de zijkant van de tuitjes. Op de bladeren vind je wel vaak donkere vlekken; een kenmerk dat je ook bij Perzikkruid aantreft. Ze hebben de vorm van een halve maan of een hoefijzer.  Een belangrijk kenmerk om op te letten is dat de bovenste bladeren aan de onderzijde bezet zijn met klieren. Om dit goed te kunnen zien is het aan te bevelen om een loep te gebruiken. De klieren zien eruit als putjes met in hun centrum een wratje. Bij jonge planten zijn de onderste bladeren aan de onderkant wat viltig, maar dit verdwijnt bij het ouder worden en verder uitgroeien van de planten.

Op de stengels kunnen rode vlekken zitten en soms lopen de planten in hun geheel zelfs wat rood aan. De bloeiwijzes, het zijn aren met kleine bloemen, zijn vaak pluimvormig boven in de planten gerangschikt. De bloeiwijzes zijn tamelijk dun. De regelmatige bloemen zijn klein en hebben een bloemdek dat uit vijf bloemdekbladen bestaat. De kleur van de bloemen kan variëren van wit tot roze en groen. De vruchtbeginsels groeien uit tot nootjes.

MM_200921

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Duizendknoop - Persicaria
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 1.00 meter
Bloeiperiodes:
Bloemkleuren:
groen, roze, wit
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 bloemdek
Meeldraden:
8 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, gevuld, rolrond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lancetvormig, langwerpig
Bladranden:
gaaf, gegolfd
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Overal waar veel stikstof in de vorm van ammoniak in de bodem zit, dus bijvoorbeeld bij veehouderijen, tref je deze algemene soort aan. De soort groeit overvloedig aan rivieroevers, omgewerkte grond, mesthopen en bij ingekuild persvoer.

De plantensoort 'Beklierde duizendknoop' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Beklierde duizendknoop is een echte cultuurvolger en vind je op ammoniakhoudende verslempte bodems. het is dan ook een soort die je veel aantreft bij veehouderijen en bij bedrijven van intensieve landbouw.

Meer informatie over de ecologie van Beklierde duizendknoop en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 138-139.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 543.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 409; in deze flora heet de soort Knopige duizendknoop of Polygonum lapathifolium of Polygonum nodosum.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Persicária lapathifólia.