Video Determinatie

Waterviolier - Hottonia palustris

In de lente en voorzomer kun je boven sloten met zoet water dat niet al te snel stroomt de rechtopstaande bloeiwijzen aantreffen van de Waterviolier, Hottonia palustris. De witte met licht lila schakeringen gekleurde bloemen hebben een oranje gele keel. Dat is de buis van de kroon, waar de kroonbladen ook met elkaar vergroeid zijn. Onder het wateroppervlak zit dan de bladmassa, die bestaat uit veerdelige, kamvormige vlakke bladeren.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

In langzaam stromende sloten of stilstaande watergangen, die niet al te diep zijn kun je in het voorjaar de Waterviolier, Hottonia palustris L. uit de Sleutelbloemfamilie vinden. Het is een overjarige plant.

In de onderwaterbodem, die meestal venig van karakter zal zijn, zijn de vaak lange wortels te vinden en aan de stengels ontwikkelen zich soms grote hoeveelheden kamvormig geveerde bladeren die verspreid aan de stengel staan ingeplant. Soms lijken ze zelfs in kransen aan de stengel te zijn ingeplant. Deze kamvormige veerdelige bladermassa kan behoorlijk groot worden en soms als de soort in een poel of plas staat die in de zomer droog valt kan een enorme bladmassa op de venige en vochtige bodem aangetroffen worden. De plant kan zo'n tijdelijk droogvallen goed doorstaan.

De stengels hebben veel luchtkanalen, waardoor lucht naar de wortels gevoerd kan worden. De stengels zijn verder rolrond en glad en gevuld en vertakken sterk. Boven water steken de rechtopstaande bloeiwijzestengels uit en in het bovenste deel valt de fijne dichte beharing op. Ze worden recht overeind gehouden door de bladmassa die voor de balans zorgt. Deze boven water uitstekende stengels zijn bladloos.

De bloeiwijze bestaat uit een boven elkaar geplaatst aantal kransen, waarin de bloemen staan. De bloemstelen, die in de oksels van kleine schutbladeren staan, zijn net als het bovenste deel van de stengel met fijne haren bezet. De bloemen zijn vijftallig. Ze hebben vijf smalle kelktanden, die wel een paar mm lang zijn. De bloemkroon kleurt in de knop licht lila en als de bloemen open gaan is de overwegende kleur wit, maar ook de licht lila tint blijft behouden. De vergroeide kroonbuis en de keel kleuren geel-oranje. Het bovenstandig vruchtbeginsel draagt een lange stijl met stempel. Dit laatste steekt dan boven de buis uit. Maar er zijn ook bloemen te vinden met een korte stijl, die dan niet buiten de buis uitsteekt. Binnen de buis vind je de vijf meeldraden met helmknoppen en als deze open gaan wordt het oranje stuifmeel in de helmhokken zichtbaar. De bloemen produceren nectar en ze trekken bijen en zweefvliegen aan, die voor de bestuiving en bevruchting zorgdragen. Tijdens de verdere rijping van het vruchtbeginsel kan de bloemkroon afvallen. Aan het feit dat de vijf kroonbladen dan keurig aan elkaar blijven zitten is dus goed af te leiden dat de bloemkroonbladen vergroeid met elkaar zijn.

Het bevruchte vruchtbeginsel groeit uit tot een doosvrucht, waarin de zaden zich ontwikkelen. Op de vruchtwand is vaak te zien dat de vruchtwand in vijf delen is opgedeeld; over die lengtestrepen zal de vrucht te zijner tijd open splijten.

MM_141229

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Hottonia - Hottonia
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.25 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, lila, geel
Bloeiwijze:
in kransen
Bloemvormen:
klokvormig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
drijvend, gevuld
Schors:
-
Bladstanden:
verspreid, in kransen
Bladvormen:
ingesneden, samengesteld
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de Waterviolier omvat het laagland van het westen, midden en noorden van Europa, maar niet tot de poolcirkel.

Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland.

05 Fonteinkruiden-klasse

05Bc5 Associatie van Waterviolier en Kransvederkruid

05Ca1 Associatie van Waterviolier en Sterrenkroos

39Aa2 Elzenzegge-Elzenbroek

Waterviolier is ook een geliefde vijverplant niet alleen vanwege de fraaie bloeiwijze, maar ook vanwege het feit dat de plant voor zuurstof zorgt in het water. Meer informatie over Waterviolier als vijverplant en hoe je zelf de plantensoort kunt kweken vind je in Hofman, A. (1988), Het Vijverboek, Praktisch handboek voor aanleg en onderhoud, planten en dierenleven (uitgever Zomer & Keuning, Ede): 40-41, 42.

De plantensoort 'Waterviolier' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Waterviolier kan geen (bi)carbonaat uit het water halen, maar enkel kooldioxide. Dat heeft als consequentie dat de soort alleen kan optreden als er sprake is van kwelwater dat door venige substraten omhoogkomt. In deze substraten wordt door dissimilatie kooldioxide gevormd. De plant is dan ook te gebruiken als een monitor voor kwel. Waterviolier staat vaak in beschaduwde of poelen of plassen die in de zomer droogvallen; de soort kan dat goed verdragen en neemt dan kooldioxide direct op uit de lucht. De bladeren die dan gevormd worden zijn fijner en kleiner dan de onderwater bladeren. De soort gedraagt zich dan als een moerasplant.

De heterostylie, het verschijnsel dat je bloemen met lange stijlen resp. korte stijlen hebt, kennen we ook van de Sleutelbloemen. Het is een mechanisme dat helpt bij het stand brengen van kruisbestuiving.

Een aardig weetje is nog dat de wetenschappelijke naam die Linnaeus voor de Waterviolier gekozen heeft, namelijk Hottonia, afgeleid is van de naam de hoogleraar in de Botanie in Leiden P.Hotton. Deze leefde van 1648 tot 1709, en was de voorganger van Boerhaave. Vanwege de fijn ingesneden kamvormige geveerde bladeren is ook de naam Waterduizendblad in zwang geweest. In de Achterhoek is de naam Pinksterblommen ontstaan en gebruikt. De licht-lila kleur van de bloemen, vergelijkbaar met die van Cardamine pratensis (Pinksterbloem) en de bloeitijd, zo omstreeks Pinksteren, kan daarmee te maken hebben (Kleijn, H. (1970) Planten en hun naam, 153).

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Waterviolier verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 61-62.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 457. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 569.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 813.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Hottónia palústris.