Dat is en hele goede vraag die onze redactie regelmatig krijgt. Vandaag de dag wordt er veel gesproken over inheemse planten, invasieve exoten en dergelijke.
Ik zal proberen er enige helderheid in te brengen. Een paar moeilijke woorden zijn daar niet bij te vermijden.
Als we naar de aanwezigheid kijken van plantensoorten in ons land (of onze contreien) dan is het eerste belangrijke onderscheid wat biologen maken tussen plantensoorten die hier vóór de ontdekking van Amerika (1492, voor het gemak gebruiken we het jaartal 1500) al aanwezig waren danwel na 1500 hier in Nederland, en Europa zijn terecht gekomen al dan niet bewust, doordat mensen die plantensoorten hebben meegenomen. De eerste groep plantensoorten, dus de plantensoorten die hier voor 1500 al waren, noemen we archeofyten. De tweede groep van plantensoorten die van na 1500 hier gekomen zijn, zijn de zogenaamde neofyten.
De archeofyten (hierin zit het woord archeologie, dus dat betekent zoiets als al heel lang aanwezig) zijn in feite allemaal inheemse soorten in ons land. Daartoe worden ook soorten gerekend die hier niet aanwezig waren voordat er landbouwers in ons land actief werden. Volkeren die de landbouw beoefenden (Klokbekervolken bijvoorbeeld), een uitvinding uit het midden-oosten, dus Klein-Azië, de gebieden tussen Euphraat en Tigris (Irak en ook Iran), brachten vanuit het midden-oosten niet alleen de te telen granen mee, maar ook de zaden van akkerkruiden zoals Korenbloem en dergelijk. Vandaar dat we ook akker(on)kruiden die dus voor 1500 in West-Europa hun plek gevonden hebben rekenen tot onze inheemse wilde flora.
Na 1500 zien we dat er tal van plantensoorten vanuit Amerika in onze contreien opduiken. Vaak doordat zeelieden de nieuw ontdekte, zeer goed bruikbare soorten uit Amerika, zoals Aardappel en Tabak als voorbeeld, hebben ingevoerd. Ongemerkt kwamen daarmee ook andere soorten ongemerkt (bijvoorbeeld als zaad) mee. Ook het verslepen van producten over de aardbol zoals wol, graan, stinzenplanten en dergelijke bracht een aantal plantensoorten hier naar toe. Een deel daarvan is in onze inheemse flora doorgedrongen en weet zich hier te handhaven, waardoor deze soorten min of meer inheems lijken te zijn geworden en zo ook wel genoemd worden. Zo kunnen stinzenplanten, denk aan de Tulp, die in de 16e en 17e eeuw werden meegebracht uit Aziatische landen (o.a. China, Japan en Indonesië) tegenwoordig vaak gevonden worden in min of meer natuurlijke vegetaties, bijvoorbeeld in onze loofbossen. Dit zijn allemaal neofyten en soms zelfs bewust ingevoerde soorten en gezien hun afkomst exoten, vaak uit warmere klimaten dan het onze (Latijns-Amerika en Oost-Azië). De meeste van deze soorten hebben zich aangepast en verdringen onze inheemse soorten niet en worden daarom zelfs wel eens als 'inheems' betiteld, hoewel het strikt genomen neofyten en dus exoten zijn.
Een laatste categorie zijn dan nog de zogenaamde invasieve exoten, waar we tegenwoordig steeds meer mee te maken krijgen. Japanse duizendknoop, Alsemambrosia en Grote waternavel zijn hier goede voorbeelden van. Zij zijn afkomstig van elders en komen door menselijk gedrag in onze buitenwereld en verdringen door hun woekerende eigenschappen en geen natuurlijke vijanden onze eigen inheemse soorten (archeofyten en neofyten die ingeburgerd zijn). Denk eraan dat er door de mens ook heel wat dieren, bacteriën en schimmels over de aardbol gesleept worden met alle gevolgen van dien (Knokkelkoorts bijvoorbeeld).
Hoe weten we dat planten voor 1500 al hier aanwezig waren? Dat weten we door de analyse van pollenkorrels van planten die je aantreft in grondboringen, grafbijgiften van opgegraven grafplaatsen van onze voorouders. Zelfs is aan de hand van pollendiagrammen, zoals we dat noemen, vaak het klimaat van voorbije tijden te reconstrueren, omdat we nu eenmaal weten dat elke plantensoort een optimaal temperatuurtraject heeft, of zoals bij granen en akkeronkruiden, omdat die soorten lokaal door onze voorouders werden gebruikt.
Flora van Nederland richt zich in beginsel op onze inheemse wilde plantensoorten, maar omdat stinzenplanten, neofyten als tomaat en aardappel, en invasieve exoten zo'n overheersende rol hebben gekregen en de mensen die gemakkelijk en veel tegenkomen, laten we ook deze planten in de vorm van een plantenpaspoort zien; ook om te bereiken dat mensen ze leren herkennen en mee kunnen helpen om ze in het gareel te houden, danwel te helpen bij de bestrijding ervan; denk daarbij aan de acties en oproepen van de NVWA.
PS: Als U ons wil meehelpen om ons werk en onze publieksservice voort te zetten is een donatie aan Flora van Nederland zeer welkom.
Maurice Martens, eindredacteur Flora van Nederland
Geplaatst op 13 juli 2025