Een invasieve exotische waterplant, die drijftillen kan vormen in sloten en watergangen is de Grote waternavel, Hydrocotyle ranunculoides. De plant heeft min of meer ronde bladeren die aan de bladvoet diep tot de bladsteel zijn ingesneden. Doordat ze enigszins verbreed zijn lijken ze ook wat niervormig. De rand van de bladeren is gelobd. De plantensoort is niet inheems maar breidt zijn areaal uit doordat planten afkomstig van aquaria ten onrechte in het milieu gebracht worden.
De Grote waternavel, Hydrocotyle ranunculoides L., uit de Klimopfamilie, breidt zich de laatste tientallen jaren steeds verder uit in allerlei zoete wateren die rijk zijn aan meststoffen. Ze kunnen daarbij drijftillen vormen die volledig bestaan uit plantenmassa van deze ene soort en belemmeren daardoor de doorstroming bijvoorbeeld van sloten. Doordat ze zo'n dichte drijftillen vormen laten ze weinig licht door in het water wat een groot nadeel is voor inheemse waterplanten, die daardoor het loodje leggen en verdwijnen.
De Grote waternavel heeft drijvende stengels die zo'n 3 tot 5 mm dik zijn, dikker dan de dunne stengels van de Gewone waternavel, en, net als bij de Gewone waternavel, ontstaan op de knopen wortels. Het zijn er altijd meer en ze kunnen tot wel 5 cm lang worden, veel langer dan die van de Gewone waternavel, die tot zo'n 3 cm lang kunnen zijn. De bladeren zijn meer elliptisch tot niervormig dan rond en hebben een duidelijke diepe insnijding richting bladsteel waardoor de bladvoet goed herkenbaar blijft. De rand van de bladeren is gelobd en vooral de middelste lob is als zodanig goed herkenbaar. Links en rechts van deze middenlob zijn aan iedere kant nog twee, minder duidelijke, lobben te onderscheiden, waarvan de randen ook gelobd zijn. De bladeren drijven, maar als er dichte drijftillen, tot wel 30 cm dik, gevormd worden steken ze ook boven de plantenmassa uit.
De vijftallige bloemen met witte tot roze kroonbladen staan in een enkel scherm en niet in meerdere schermen boven elkaar. Wel is het scherm hoofdjesachtig, zoals bij de Gewone waternavel. De splitvruchten zijn iets breder dan lang en zijdelings afgeplat.
MM_170413
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied of areaal van de Grote waternavel is Noord-Amerika. Sinds enige jaren kunnen we waarnemen dat de soort zich in onze wateren heeft gevestigd; het areaal breidt zich daarbij uit. Beheerders van watergangen en sloten moeten de woekerende exoot steeds vaker uit de sloten verwijderen. Afbrekende stukken van de planten kunnen zich elders vastzetten en opnieuw een groeiplaats vestigen.
De soort is een exotische invasieve waterplant die in onze wateren terecht komt, doordat de planten daarin worden gebracht, vaak zonder te beseffen dat ze in onze wateren gaan woekeren. Ze verstoppen de watergangen met hun plantenmassa en belemmeren daardoor de waterafvoer. Bovendien verdrijven ze onze eigen inheemse water- en oeverplanten.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 546. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 776.