Video Determinatie

Associatie van Buntgras en Heidespurrie - Spergulo-Corynephoretum

De Associatie van Buntgras en Heidespurrie is de meest kenmerkende vegetatie van de stuifzandgebieden in ons land, die bekend staan als ‘atlantische woestijnen’. De ijle, door korstmossen en mossen gedomineerde begroeiingen, wisselen af met stukken onbegroeid zand.
Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De uitzonderlijke armoede aan voedingsstoffen, de lage zuurgraad van het substraat, de hoge temperaturen en het minimale vermogen van het stuifzand om vocht vast te houden zorgen voor extreme omstandigheden, waaronder slechts weinig vaatplanten kunnen overleven. Alleen de eenjarige Heidespurrie en Buntgras zijn hieraan goed aangepast. De laatste profiteert van lichte overstuiving met zand. De vegetatie is erg open en bestaat uit ver uit elkaar staande, egelachtige pollen Buntgras met daartussen open zand, mossen, korstmossen en verspreid groeiende plantjes van Heidespurrie. Het bladmos Ruig haarmos is de belangrijkste vastlegger van het stuifzand, waarmee een ideaal milieu wordt geschapen voor de vestiging van korstmossen.

De Associatie van Buntras en Heidespurrie is een pioniergemeenschap, die onder de juiste omstandigheden tientallen jaren blijft bestaan. De verdere successie leidt tot droge heide of bossen met Grove den, plaatselijk ook tot struwelen met Jeneverbes. Sterke betreding in combinatie met lichte bemesting kan leiden tot meer gesloten graslanden van de Vogelpootjes-associatie of (minder algemeen) de Associatie van Vetkruid en Tijm.

De Associatie van Buntgras en Heidespurrie komt voor in Nederland, België, West-Duitsland en plaatselijk in Oost-Engeland. Verwante gemeenschappen komen voor in Oost-Duitsland, Denemarken en Zuid-Zweden. Ons land ligt niet alleen in het centrum van het areaal, maar de gemeenschap heeft hier ook verreweg de grootste oppervlakten. Ze is vrijwel beperkt tot de Pleistocene gebieden, met als belangrijkste kerngebieden de Veluwe, Drenthe met aangrenzend Ooststellingwerf, Salland, Noord-Limburg en Noord-Brabant. In het westen van Noord-Brabant liggen de Loonse en Drunense Duinen die samen met het Kootwijkerzand op de Veluwe de grootste stuifzandgebieden van West-Europa vormen. Op een enkele plaats is de associatie in de kustduinen aanwezig.

Naast de reeds genoemde Heidespurrie en Buntgras zijn het vooral bladmossen en korstmossen waardoor de associatie wordt gekenmerkt. Kenmerkende korstmossen zijn onder andere Ezelspootje, Stapelbekertje, Hamerblaadje, Stuifzandkorrelloof en het wat meer algemene Rood bekermos. Van de bladmossen zijn Ruig haarmos, Gewoon peermos en de agressieve neofyt Grijs kronkelsteeltje het best vertegenwoordigd. Varkenspootje, Kraakloof, Open rendiermos, Girafje, Rode heidelucifer, Bruin heidestaartje, Bruin bekermos en Dove heidelucifer zijn korstmossen die de gemeenschap gezamenlijk heeft met droge heiden. Onder de vaatplanten zijn verder Fijn schapengras, Zandstruisgras, Schapenzuring, Zandzegge en Struikhei met hoge presentie aanwezig, waarbij de laatstgenoemde soort een voorbode kan zijn voor de verdere successie naar heide.

In de plantenassociatie 'Associatie van Buntgras en Heidespurrie' komen de volgende plantensoorten voor:

Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 195-196.