Kleine egelskop - Sparganium emersum

Kleine egelskop, Sparganium emersum, herken je aan de onvertakte stengel met bolvormige bloemhoofdjes. Onderin de bloeiwijze staan de vrouwelijk bloeiende en bovenin de mannelijk bloeiende hoofdjes. Deze laatste zijn tijdens de bloei geel van kleur; de bloemdekbladen van de vrouwelijke bloemen zijn lichtgroen van kleur. De bladeren zijn op doorsnee driehoekig en van onderen scherp gevouwen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De meerjarige water- en oeverplant Kleine egelskop, Sparganium emersum, uit de Lisdoddefamilie of Typhaceae, werd vroeger ingedeeld in de Egelskopfamilie, die met ingang van de 24ste druk van de Heukels' Flora is opgenomen in de Lisdoddefamilie. Toch zijn Lisdoddeplanten, met hun sigaarvormige bloeiwijzen, en Egelskoppen, met hun bolvormige bloeiwijzen, gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.

Net als zijn grote broer, Grote egelskop, heeft Kleine egelskop als oeverplant rechtopstaande stengels, die echter niet vertakken, óók niet in de bloeiwijze, waar grote broer wél vertakt. De stengels komen tevoorschijn uit de wortelstok die zich in de bodem van de oeverzone kan goed kan verbreiden. Maar Kleine egelskop kan ook een in het water zwevende stengel hebben en is dan te beschouwen als een waterplant. Ook dan staat de bloeiwijze rechtop. Aan de niet vertakkende stengels staan de smalle lijnvormige bladeren verspreid, maar in stromend water kunnen ze ook drijven. Bij een lengte tot soms wel een meter, zijn ze veel smaller dan die van Grote egelskop, namelijk meestal gemiddeld tussen de 5 en de 10 mm. Ze hebben 10 nerven, een onderscheid met de Kleinste egelskop die één middennerf heeft, die bij tegenlicht te zien zijn. Doorgesneden zijn de bladeren scherp tot stomp driehoekig, aan een kant vlak met een middennerf, en aan de andere kant met een scherpe vouw waardoor ze gekield of gootvormig zijn. Opvallend is dat de nerven donker gekleurd zijn ten opzichte van het bladmoes; ook zie je bij Kleine egelskop bij tegenlicht tussen de nerven donkere dwarsnerfjes. Dit is een goed kenmerk om Kleine egelskop als hij alleen vegetatief te vinden is te onderscheiden van alle andere egelskoppen.

In de bloeiwijze staan de bolvomige hoofdjes boven elkaar en niet aan zijtakken. Onderaan staat een aantal, twee tot vijf, hoofdjes met vrouwelijk bloeiende bloemen en daarboven vier of meer mannelijk bloeiende. De aanhechtingsplaats van de vrouwelijk hoofdjes is met een korte steel boven de schutbladeren of zittend in de oksel van een schutblad. De drie bloemdekbladen zijn lichtgroen van kleur. De onderste mannelijk hoofdjes zitten iets van elkaar af, de bovenste tegen elkaar aangedrukt. Tijdens de bloei zijn ze geel van kleur. De vruchten zijn steenvruchten met een steenkern.

MM_211210

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Egelskop - Sparganium
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.25 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
bruin
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvorm:
bloemdek
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
3 bloemdek
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
steenvrucht
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lijnvormig, gootvormig, driehoekig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied bestaat uit de koele en gematigde streken van het noordelijk halfrond. De planten staan in niet vervuild, maar wel enigszins voedselrijk stilstaand of stromend water. Hun standplaats is de ondiepte langs sloten, oude rivierarmen, afwateringskanalen en beken op de grens tussen echte oever- en waterplanten. Kwel van zwak zuur grondwater is bevorderlijk, maar licht brak water verdraagt Kleine egelskop ook.

De plantensoort 'Kleine egelskop' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Als Kleine egelskop verschijnt in stilstaande voedselarme wateren als heidevennen, wijst dit op het binnendringen van voedselrijker water. Ondergedoken kun je de soort in het zoetwatergetijdengebied aantreffen op plekken die ook bij eb onder water staan.

Nog meer informatie over de ecologie van Kleine egelskop en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 238.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: . Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 295.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: .

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Spargánium emérsum