Video Determinatie

Heggenrank - Bryonia dioica

De liaanachtig omhoog klimmende Heggenrank, Bryónia dióica, komt zeer algemeen voor in struwelen, maar ook op ruderale plaatsen in de stedelijke omgeving. De plantensoort is tweehuizig. Dit betekent dat er planten zijn die alleen mannelijk bloeiende bloemen dragen, en andere planten de vrouwelijke bloemen dragen. De groenwitte bloemen zijn verschillend in grootte: de mannelijke zijn tweemaal zo groot als de vrouwelijke. De onderstandige vruchtbeginsels zijn onder de vrouwelijke bloemen al zichtbaar als groene knobbels, ter grootte van een erwt. Deze verkleuren naar rood gedurende het rijpingsproces. Ze zijn giftig.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De Heggenrank, Bryónia dióica L., is een algemeen voorkomende soort uit de Komkommerfamilie of Cucurbitaceae. Het is een over andere planten klimmende soort met ranken die, na hechting om een andere plant, twee tegengesteld draaiende kurkentrekkervormige windingen vormen, waarmee ze zich aan andere planten in de struwelen en ruigten waar ze voorkomen omhoogtrekken. De planten hebben een dikke vaak erg grote knolvormige wortelstok, waaruit de stengels ontspringen.

De handnervige bladeren van de Heggenrank zijn tot zo'n 10 cm groot, eirond tot breed eirond in omtrek, en duidelijk gelobd met drie tot vijf lobben en met een hartvormige voet. De hoofdnerven hebben veervormige zijnerven. Ogenschijnlijk staan de bladeren verspreid aan de stengels, maar tegenover elk blad staat een typisch gevormde rank, waarmee de planten zich omhoog werken. Deze rank is mogelijk evolutionair ontstaan uit een blad.

In de oksels van de bladeren ontwikkelen zich de trosvormige bloeiwijzen. Het is een tweehuizige plant, dat wil zeggen dat aan een en dezelfde plant, die door de wortelstokken best heel groot kan zijn, zich alleen meeldraadbloemen of bloemen met vruchtbeginsels ontwikkelen. De groen-witte tot geel-witte bloemen hebben 5 kroon- en 5 kelkbladen. De vergroeide kroonbladen zijn aan de voet ook nog vergroeid met de kelkbladen. De mannelijke meeldraadbloemen zijn in doorsnede twee maal zo groot als de vrouwelijke bloemen, die een duidelijk onderstandig vruchtbeginsel hebben, dat als een kale knobbel 1-2 mm onder de bloem te zien is. De bloemen worden voornamelijk door bijen bezocht. Het vruchtbeginsel groeit na bevruchting uit tot en rode bes van 7-8 mm. Let er op: deze is vergiftig!

Heggenrank vind je op droge kalkrijke grond in struwelen en ruigten, in heggen en ook in boomgaarden. De soort is algemeen in de duinen, Zuid-Limburg, het rivierengebied en ook in stedelijke gebieden.

MM_1108014

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Bryonia - Bryonia
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
2.00 - 4.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
groen, wit
Bloeiwijze:
-
Bloemvorm:
regelmatig
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
5 vergroeid met de kroonbladen
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
3
Vrucht:
bes
Zaden:
-
Stengels:
klimmend, kantig
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
handvormig, rankvormig
Bladrand:
gelobd
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Heggenrank omvat West-, Midden-, en Zuid-Europa. Het kan plaatselijk zeer algemeen voorkomen in kreupelhout, in hagen en heggen en in struwelen; in het algemeen op kalkrijkere gronden zoals in Zuid-Limburg en de aangrenzende gebieden in België, maar ook in de kalkrijke duinen. Op ruderale en ruigteplekken in de stedelijke omgeving vind je deze liaanachtige soort ook regelmatig. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland is beschreven hoe Heggerank als kensoort te vinden is in de gemeenschappen die behoren tot de

37 Klasse der Doornstruwelen

De plantensoort 'Heggenrank' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De Komkommerfamilie omvat een aantal plantensoorten waarvan de vruchten graag gegeten worden. Daartoe behoort de komkommmer en de augurk, maar ook de watermeloen en pompoen. Hoewel Heggenrank tot dezelfde familie behoort, zijn de bessen van Heggenrank zeer giftig. Het eten van een klein aantal kan al tot de dood leiden. De stof uit de plant die dit veroorzaakt is bryonidine een glucoside. Maar het lijkt erop dat deze stof ook een positieve keerzijde heeft, en wel bij de aanpak van AIDS (Vries, F. de (2010), 48).

Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Heggenrank en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 213.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 402. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 407.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 974.

Heggenrank wordt als giftige plantensoort beschreven in Vries, F.de (2010) Gevaarlijke planten, 48.

In het Duitse taalgebied: Rotfrüchtige Zaunrübe, Kurbisgewächse; Kosmos Naturführer (2017). Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora vermeldt de Duitse naam Rotbeerige Zaunrübe..