Video Determinatie

Grasmuur - Stellaria graminea

In onze graslanden komt de rijk bloeiende grasgroene Grasmuur, Stellaria graminea, heel algemeen voor. De met witte bloemen in de laatste helft van de lente en eerste helft van de zomer bloeiende plant is door zijn grasgroene kleur en de lange smalle vorm van de bladeren uitstekend aangepast aan de andere grasachtige planten in het grasland. Een goed kenmerk is de stengel, die vierkant van vorm is, terwijl de takken in de bloeiwijze rond zijn.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een heel algemene meerjarige kruidensoort is Grasmuur, Stellaria graminea L., uit de Anjerfamilie. In tegenstelling tot de Vogelmuur en de Zeegroene muur bloeit deze plantensoort alleen in de voorzomer en zomer.

De stengels van de planten zijn vierkantig, maar opvallend is dat de bloeiwijzetakken daarentegen vaak allemaal rond zijn. Stengels zijn niet ruw zoals bij de Grote muur maar net als de bladeren glad en grasgroen van kleur. Toch kun je met een loep goed zien dat de stengelbladeren net als de schutbladeren gewimperd zijn. De stengel is meestal slap, liggend tot een beetje opstijgend en soms zelfs rechtopstaand. De stengels vertakken bij forsere planten sterk. Maar vaak vind je ook kleine gedrongen planten.

De bladeren zijn langwerpig minstens 6 maal zo lang als breed, meer dan 15 mm groot en tegenoverstaand; bovendien zittend aan de stengels; vlakbij de aanhechting van de bladeren aan de stengels is te zien dat de bladvoet gewimperd is. Door hun langwerpige, smalle vorm lijken ze wat op de bladeren van gras. Dit is terug te vinden in de Nederlandse naam Grasmuur.

De bloeiwijze is het typische bijscherm van de Anjerfamilie en rijk aan bloemen. De schutbladeren in de bloeiwijze zijn vliezig gerand en bovendien gewimperd. De witte kroonbladen zijn vrijwel tot de voet gespleten, waardoor het lijkt alsof er 10 kroonbladen aanwezig zijn in een bloem. De kroonbladen zijn net iets korter of langer dan de kelkbladen. In de tweeslachtige bloemen rijpen eerst de tien meeldraden; pas daarna zijn de drie stempels ontvankelijk. Hierdoor is kruisbestuiving, die door insecten plaatsvindt, gewaarborgd. Naast deze tweeslachtige bloemen kun je aan de planten ook kleinere eenslachtige bloemen vinden, waarin de meeldraden nauwelijks ontwikkeld zijn.

Grasmuur staat op vochtige, soms wat drogere, matig voedselrijke grond. Je vindt Grasmuur in graslanden en bermen, op grazige heiden aan bosranden, maar ook aan akkerranden, vooral als die wat vochtig zijn.

MM_130221

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Muur - Stellaria
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.90 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
3
Stempels:
3
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
vierkantig
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvormen:
lijnvormig, langwerpig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Grasmuur beslaat het gematigde deel van Europa, maar op zware zeeklei tref je de soort wat minder aan in Nederland en België. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt Grasmuur beschreven als een belangrijke soort van de

16 Klasse van de matig voedselrijke Graslanden

De plantensoort 'Grasmuur' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Grasmuur verdraagt overstroming in de winter goed en kan zelfs tegen tijdelijke overspoeling met zeewater. Ook kun je de soort als pionier aantreffen op mierenhopen.

Meer informatie over de ecologie van Grasmuur en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 188.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 286. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 523.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 448.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Stellária gramínea