Reis mee door onze plantenfamilies. Mattenbies (SL1155) uit de Cypergrassenfamilie staat aan de waterkant tot maximaal 3 meter diep. De planten werden vroeger gebruikt om er matten van te vlechten en daar dankt de plantensoort dan ook zijn naam aan. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Bosrank is een soort die sterk gebonden is aan de aanwezigheid van kalk in de bodem. Het is dan ook een echte kalkindicator. Als je Bosrank in het landschap aantreft kun je er zeker van zijn dat de bodem kalkhoudend is.
Een reis door onze plantenfamilies. In zandverstuivingen, duinen en rivierduinen, op droge open graslanden en in open ruigten vind je vaak spruiten van de Zandzegge (SL0215) uit de Cypergrassenfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Blaartrekkende boterbloem uit de Ranonkelfamilie zijn te vinden aan oevers van sloten of op met water verzadigde droogvallende gronden bijvoorbeeld zoals opgespoten zandvlakten en op baggerstortplaatsen. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Ranonkelachtigen.
Reis mee door onze flora. Trosvlier of Bergvlier uit de Muskuskruidfamilie. In onze meest rijke loofbossen, aan hun struweelranden en op eventuele kap-, storm- of brandvlakten is de Trosvlier te vinden.
Een reis door onze plantenfamilies. Moeraswespenorchis (SL0461) uit de Orchideeënfamilie valt vooral op door het grote aantal planten dat meestal bij elkaar te vinden is. Ze zijn met een netwerk van wortelstokken met elkaar verbonden. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Orchideeën.
In het vroege voorjaar produceren mannelijk bloeiende Taxus bomen zoveel pollen of stuifmeel, dat, wanneer je ertegen tikt, hele wolken van pollen uit zo'n boom komen. Ze lijken dan wel in brand te staan en worden in het spraakgebruik dan ook 'Rookbomen' genoemd.
Pinksterbloem, Cardamine pratensis L., siert met zijn trosvormige bloeiwijzen met bloemen met zacht lila kroonbladeren in het voorjaar van april tot juni onze vochtige tot natte graslanden. De Pinksterbloem behoort tot de Kruisbloemenfamilie of Brassicaceae; ze kunnen 15 tot zelfs 50 cm hoog worden.
Een reis door onze plantenfamilies. Douglasspar (SL2259) uit de Dennenfamilie is het gemakkelijkst te herkennen aan de geur van de naalden. Als je die tussen een tweetal vingers fijnwrijft ruik je een frisse sinaasappelgeur. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Naaldbomen.
Reis mee door onze flora. Haagwinde (SL0188) uit de Windefamilie. Een algemeen in ons land voorkomende soort, die je vooral aantreft al klimmend in en over andere plantensoorten is de Haagwinde met grote opvallende witte trompetvormige bloemen.
Reis mee door onze flora. Grasklokje uit de Klokjesfamilie. In bloemrijke graslanden op onbemeste bodems vind je veel kruiden. Daaronder valt het blauwe Grasklokje door zijn mooie zachtblauwe kleur op.