De Pinksterbloem wordt niet graag door dieren gevreten, maar sommige insecten hebben zich daar juist op gespecialiseerd. Bijvoorbeeld de rupsen van het oranjetipje leven op de Pinksterbloem, de vlinder zet haar eieren af op deze, en op verwante Kruisbloemen-planten.

De Pinksterbloem, Cardamine pratensis L., siert met zijn trosvormige bloeiwijzen met bloemen met zacht lila kroonbladeren in het vroeg voorjaar van april tot juni onze vochtige tot natte graslanden. De Pinksterbloem behoort tot de Kruisbloemenfamilie of Brassicaceae; ze kunnen 15 tot zelfs 50 cm hoog worden.

De 4 kroonbladeren zijn 8-15 mm lang, soms nog iets langer en de kleur varieert van wit tot lila, soms zijn ze zelfs bijna paars. Ze vormen een kruis. Over de kroonbladeren loopt een aantal (meestal vijf) donker paarse aderen. De stijl is stomp en als een klein schijfje in de bloem te zien. De helmknoppen van de zes meeldraden zijn geel; in de bloem staan vier grote en twee korte meeldraden. We noemen dat viermachtig. De vruchten, in dit geval, hauwen kunnen 25 tot 55 mm lang zijn en ze hebben een stompe snavel.

Ga verder naar de determinatie video