Het allerkleinste bloempje. Dat record wordt in Nederland toegeschreven aan het Mosbloempje (Crassula tillaea). Hoewel dit plantje geen mos is, het heeft immers bloemen, blaadjes en een vatenstelsel, is het niet raar dat de naam van het plantje verwijst naar mos.
De kruiden uit deze kleine familie hebben ondergrondse knollen net als Krokus. De regelmatige, zestallige bloemen lijken op die van Krokus, maar komen in de herfst tevoorschijn, terwijl in het voorjaar alleen de lijnvormige bladeren en de doosvrucht te zien zijn.
Als je een zeldzame plant wilt spotten, lijkt het er op dat je telkens weer een obscuur plekje moet vinden in een moeilijk begaanbaar natuurgebied. Na veel moeite, en vol met schrammen, ben je eindelijk op de plek aangekomen en blijkt dat de plant is uitgebloeid.
Kleurrijke en geurende bloemen zijn het ‘uithangbord’ van bloeiende planten om insecten aan te trekken voor de bestuiving en dus bevruchting en voortplanting van de plantensoort. Je kunt dat in de natuur voortdurend zien gebeuren als je er een beetje op let tijdens het wandelen.
Met Bevertjes hebben we al een lange “geschiedenis”. Dat geldt vooral voor mijn vrouw, Anny, die plukte als kind al het Bevertjes gras bij hen in Baak, langs een weggetje.
De bloemen van de planten uit de Bremraapfamilie zijn tweezijdig symmetrisch, kunnen heel kleurrijk zijn en trekken bestuivers aan die voor de bevruchting zorg dragen. De bloemen lijken dan ook vaak sterk op die van de planten uit de Lipbloemenfamilie.
Toen er in 1845 een vat met cranberry's aanspoelde op het strand van Terschelling, wist men nog niet precies wat men met de rode bessen aanmoest. Al snel dook het de vrucht echter overal op en werd het geroemd om zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen.
Ik wil de (gewone) Vlier graag doneren aan mijn vader Jan. Hij heeft denk ik het woord ‘Vlierschennis’ bedacht. Ofwel, de vlieren op ons stukje land worden goed verzorgd en de bloemschermen en de bessen mogen niet beschadigd worden.
De associatie van Struikhei en Stekelbrem is een Heide plantengemeenschap die vooral bestaat uit dwergstruiken uit de Heidefamilie. In ons land komt heide van nature alleen langs de kust voor.
Een adagium van de redacteur van Flora van Nederland is ‘De natuur begint direct bij je voordeur’. Om hier handen en voeten aan te geven, neem ik de plantensoorten eens onder de loep die je zoal op de stoep en tussen stoeptegels, langs de gevels van huizen in de straat en bijvoorbeeld in de straatgoot kunt vinden.
Januari is in meteorologisch opzicht de tweede wintermaand. De gemiddelde temperatuur is over een zeer lange periode ongeveer 2,8 graden C. Het is de tijd dat de plantenwereld ogenschijnlijk helemaal in rust is.
In Hoogvenen brengt een combinatie van excellente wetenschappers en terreinbeheerders alle natuurhistorische kennis over dit onderwerp samen, gekoppeld aan relevante cultuurhistorische ontwikkelingen.