Een anemoon die veel minder voorkomt dan de witte Bosanemoon is de Gele anemoon, Anemone ranunculoides L. uit de Ranonkelfamilie. Ze komt voor in loofbossen en hakhout op vochtige en kalkhoudende bodems, zoals we die in Zuid-Limburg vinden, maar we kunnen de soort ook als stinzenplant aantreffen in de bosrijke omgeving van buitenplaatsen, waar de soort dan vaak oorspronkelijk is aangeplant.
Reis mee door onze flora. Voederwikke uit de Vlinderbloemenfamilie is een eenjarige klimplant die tot een meter hoog kan worden. Het is een echt cultuurgewas en als voedergewas in gebruik. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Vlinderbloemachtigen.
Reis mee door onze flora. Sneeuwbes uit de Kamperfoeliefamilie. Aan de struiken van de Gewone sneeuwbes zitten na de bloei gedurende een lange periode tot na de winter de witte bessen.
Reis mee door onze flora. De Gevlekte dovenetel uit de Lipbloemenfamilie is net als de Witte dovenetel een overjarige plant. De plant is veel forser dan de Paarse dovenetel, wordt 30 tot 60 cm hoog en bloeit van april tot in december.
Reis mee door onze flora. Hopklaver (SL0799) uit de Vlinderbloemenfamilie is een cultuurvolger en cultuurgewas. Ze draagt bij aan de groenbemesting van de bodem.
Reis mee door onze flora. Kruidvlier uit de Muskuskruidfamilie. Deze zeldzame soort tref je aan op hellingen van dijken en in bermen in het rivierengebied en ook in de bossen van Zuid-Limburg.
Reis mee door onze flora. Al op de eerste blik is te zien dat deze rozensoort zich onderscheidt van de soorten als de Hondsroos en de Egelantier. Dat komt doordat de bladeren van de Rimpelroos (SL1085) nogal gerimpeld over komen, wat we terugvinden in de naam van deze roos.