Een reis door onze plantenfamilies. Grote keverorchis (SL0750) uit de Orchideeënfamilie is te herkennen aan de twee tamelijk grote eivormige tot ovale bladeren die meestal tegenover elkaar staan. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Orchideeën.
Als je Maretak in de natuur tegenkomt, kun je er vrij zeker van zijn dat er kalk in de bodem zit. Maretak of Vogellijm is een bolvormige struik die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar te zien is in bomen.
Reis mee door onze flora. Gewone brunel uit de lipbloemenfamilie. De naam Bijenkorfje wordt wel aan de plant gegeven vanwege het uiterlijk van de uitgebloeide gedrongen bloeiwijze.
Veel dieren, ook zoogdieren, voeden zich met de bramen van deze struiken en verspreiden dan de zaden door ze uit te poepen. De zaadverspreiding door zoogdieren wordt zoöchorie genoemd. Ook wij mensen doen dat door bramen, frambozen en dergelijke te eten en de pitten uit de bessen te verspreiden.
Oorspronkelijk komt Handjesgras uit warme streken in Afrika en het Midden-Oosten, maar is op veel plaatsen ingeburgerd. Vooral langs rivierstrandjes, op zandige plekken in de uiterwaard en in de duingebieden van Zeeland en Zuid-Holland, kunnen we Handjesgras waarnemen. De groei van dit gras wordt in vol zonlicht sterk bevorderd.
Reis mee door onze flora. Koninginnekruid of Leverkruid uit de Composietenfamilie. Republikeins gezinde botanici hanteren vaker de naam Leverkruid en mijden de naam Koninginnekruid of Koninginnenkruid.
Reis mee door onze flora. Grote weegbree (SL0947) uit de Weegbreefamilie. Bijna overal waar gelopen wordt tref je de soort, die een echte tredplant is, aan.
Reis mee door onze flora. Onder de eenjarige Vergeet-mij-nietjes is Akkervergeet-mij-nietje uit de Ruwbladigenfamilie, de meest forse van de vier eenjarige soorten die we in onze flora kennen.
Reis mee door onze flora. Ruw beemdgras (SL0959) uit de Grassenfamilie wordt 40 tot 100 cm hoog en bloeit in de voorzomer van mei tot juli. Je vindt het op natte tot vrij vochtige voedselrijke grond of wat opengewerkte bodem, langs waterkanten in open loofbossen en struweel. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Aan de vorm van de kroonbladen is de bloem van Ruige anjer (SL0402), als anjerbloem te herkennen. Immers de rand van de kroonbladen zijn ingesneden. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Anjerachtigen.
Reis mee door onze flora. Onder de graansoorten valt Rogge op door zijn stijve aar en middellange kafnaalden. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Een in de zomer bloeiende oeverplant die veel op Riet lijkt is Rietgras (SL0930) uit de Grassenfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.