Een reis door onze plantenfamilies. In onze droge bossen, maar ook op beschaduwde beek- en greppelkanten kan de Smalle stekelvaren (SL0426) uit de Niervarenfamilie gevonden worden. Hij is ingedeeld bij de hoofdgroep Wolfsklauwen en Varens.
Reis mee door onze flora. Gewone klit (SL2457) uit de Composietenfamilie. Een Zwitserse wandelaar ontdekte in 1941 het geheim van de klittende klit en ontwikkelde klittenband.
De verspreiding van Canadapopulier is vooral mensenwerk. Bijna altijd gaat het om geplande aanplant hetzij in houtplatages, die soms het karakter kunnen krijgen van een loofbos, maar meestal als de bomen kaprijp zijn worden omgehakt en in de hout industrie verwerkt. Hetzij als begeleider van wegen en kanalen, waarmee ze als het ware singels in het landschap vormen.
Een reis door onze plantenfamilies. Moeraswespenorchis (SL0461) uit de Orchideeënfamilie valt vooral op door het grote aantal planten dat meestal bij elkaar te vinden is. Ze zijn met een netwerk van wortelstokken met elkaar verbonden. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Orchideeën.
Een reis door onze plantenfamilies. De bloemen van de Bleek bosvogeltje (SL0289) uit de Orchideeënfamilie valt op door zijn roomwit tot geelwit gekleurde tweezijdig symmetrische bloemen.. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Orchideeën.
Reis mee door onze flora. Duits viltkruid (SL0523) uit de Composietenfamilie. Op open en zonnige plekken kun je kandelaarvormige planten tegenkomen die wit van de enorme beharing zijn.
Reis mee door onze plantenfamilies. Pitrus (SL0680) uit de Russenfamilie is een opvallende grasachtige plant met stijve rechtopstaande stengels en een daaruit ogenschijnlijk zijdelings uittredende bloeiwijze. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. De altijd groen blijvende Struikhei hoort tot de Heifamilie en kleurt in de zomermaanden van eind juli tot begin september onze heidevelden paars.
Reis mee door onze flora. Bonte wikke uit de Vlinderbloemenfamilie groeit op zandige tot licht kleiige grond in droge bermen en op graanakkers. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Vlinderbloemachtigen.
Veel dieren, ook zoogdieren, voeden zich met de bramen van deze struiken en verspreiden dan de zaden door ze uit te poepen. De zaadverspreiding door zoogdieren wordt zoöchorie genoemd. Ook wij mensen doen dat door bramen, frambozen en dergelijke te eten en de pitten uit de bessen te verspreiden.