Reis mee door onze flora. Een sierlijk gras, met in het licht zilverig kleurende aartjes in de pluim is Bochtige smele (SL0398) uit de Grassenfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Bij een bezoek aan het strand in de zomermaanden vind je regelmatig als je door de duinen naar het open strand Stekend loogkruid (SL1127) uit de Amarantenfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Anjerachtigen.
Reis mee door onze flora. Muskuskruid (SL0010) uit de Muskuskruidfamilie. Muskuskruid vind je vooral in loofbossen op vochtige tamelijk voedselrijke bodems en verder ook beschaduwde oevers van beekjes en in beschaduwde bermen.
Reis mee door onze flora. De knikkende bloemen van de Blauwe bosbes uit de Heifamilie staan alleen of hooguit met twee in de oksels van de schutbladeren.
Reis mee door onze flora. Trosvlier of Bergvlier uit de Muskuskruidfamilie. In onze meest rijke loofbossen, aan hun struweelranden en op eventuele kap-, storm- of brandvlakten is de Trosvlier te vinden.
Reis mee door onze flora. Grote klit (SL0083) uit de Composietenfamilie. Klitten zijn als geslacht heel gemakkelijk te herkennen doordat de hoofdjes aan de haren van de vacht van dieren blijven hangen.
Reis mee door onze flora. Roomse kervel (SL0853) uit de Schermbloemenfamilie. Roomse kervel dankt z'n naam aan aan de anijsgeur die ook wel wat wegheeft van de Bijbelse mirre.
Een reis door onze plantenfamilies. Grote waterweegbree (SL0028) uit de Waterweegbreefamilie is een van onze fraaie waterplanten met grote pluimvormige bloeiwijzen, waarbij de pluim uit kransen is opgebouwd, Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Water- en Moerasplanten.
Reis mee door onze flora. Robertskruid uit de Ooievaarsbekfamilie bloeit van april tot november. De meestal roze bloemen hebben een doorsnee van 2 cm. De vijf kelkbladen zijn eirond tot langwerpig en lopen uit in een lange naald.
In de nazomer en het najaar zie je aan de boom of struik de vele tuilen van oranje tot rode bessen die door spreeuwen en lijsters worden gegeten. Zo wordt de soort verspreid.
Vooral in de herfst en de winter als de pruikige vruchten heel goed opvallen en als een sluier over de andere planten ligt, kun je de Bosrank gemakkelijk terugvinden.
Reis mee door onze flora. Meest opvallend aan Bevertjes (SL0153) uit de Grassenfamilie zijn de bloeiende spruiten met aan de schuin omhoog staande pluimtakken de naar beneden hangende aartjes die even lang als breed zijn.. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.