De verscheidenheid aan inheemse planten in Nederland is groot, maar wist je dat een deel van deze planten eigenlijk niet inheems is? Het gaat hier om de zogenaamde archeofyten. Planten die lang geleden, voor 1492, door menselijk toedoen in ons land zijn gekomen worden archeofyten genoemd.
Veel plantensoorten in Nederland dragen de naam 'klaver'. Hoewel geslachten als Honingklaver (Melilotus), Rolklaver (Lotus) en Rupsklaver (Medicago) met hun gedeelde blaadjes en vlinderbloemen er op lijken, is het geslacht Trifolium toch de échte Klaver.
Onze stoepen en straten bieden best leuke inheemse planten om van te genieten; immers de natuur weet altijd wel weer een plekje te vinden en een zaad heeft niet veel nodig om te kiemen en uit te groeien tot een wat groetere plant. Laat "onkruid" je verbazen.
Wie aan de uiterwaarden denkt, zal al gauw aan de buitendijkse weilanden denken. Ogenschijnlijk kaal grasland met aan de waterkant kaal zand. Toch is het overstromingsgebied van een rivier uitermate geschikt voor de groei van bomen.
Deze uitgave is samengesteld ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. De hoofdmoot van het boek wordt gevormd door de soorten. In het boek worden de meest algemene paddenstoelen, mossen, planten, vogels, zoogdieren, insecten, reptielen, amfibieën en vissen behandeld .
Planten groeien overal. Op allerlei typen bodems, tussen straatstenen, op andere planten en in het water. Toch is de zeebodem een plek waar planten het moeilijk hebben.
De bermen van de snelwegen lijken in dit jaargetijde wel wit geverfd. Duizenden en duizenden witte bloemetjes zijn er te vinden. Deze natuurlijke belijning wordt met name gevormd door Deens lepelblad (Cochlearia danica).
De maand Mei kent als synoniem de naam Bloeimaand. En dat is ook heel terecht. Want met een langjarige gemiddelde temperatiuur van 17,3 C zie je in deze maand zeer veel planten in onze natuur in bloei komen. In alles komt de natuur weer tot volle wasdom en het zijn niet alleen de vogels die in deze maand zorgen voor nakomelingen, maar de plantenwereld doet dat even zo goed.
Hoewel de gele bloemen eigenlijk pas in april of mei verwacht worden, zijn er altijd uitzonderingen. Zoals hier in het Oosterveld in Noord-Holland. Hier steekt de Gewone dotterbloem (Caltha palustris) haar eerste bloemen boven het oppervlakte van de onder water gelopen rietlanden uit.
Nu zijn ze goed te zien. Zeker als je je tussen de weilanden in het zuiden van Limburg bevindt, zie je ze overal in de populieren: grote groene nesten. Van dichterbij is te zien dat dit nest een eigen plantensoort is.
Nederland telt verschillende soorten van het geslacht Weegbree (Plantago). Voor elke omgeving is er een specifieke weegbree te vinden. In de bermen is er de zeer algemeen voorkomende Smalle weegbree (Plantago lanceolata) terwijl op de platgetrapte paden de Grote weegbree (Plantago major) voorkomt.