In deze familie is ook de voormalige apart onderscheiden Lookfamilie opgenomen; het geslacht Look of Allium onderscheidt zich door de uiengeur en het bovenstandig vruchtbeginsel van de andere geslachten in de familie. De andere geslachten missen dus de uiengeur en hebben een onderstandig vruchtbeginsel.
Het zijn allemaal meerjarige kruidachtige planten met hun ondergrondse reserves opgeslagen in bollen en soms in een wortelstok. De bladeren zijn vaak erg lang en daarbij smal en soms zelfs rolrond. Ze staan ingeplant op de ondergrondse delen of verspreid aan de stengels. De bloemen zijn drietallig en hebben zes bloemdekbladen die erg veel op elkaar gelijken. Ze hebben zes meeldraden en een driehokkig vruchtbeginsel, dat uitgroeit tot een doosvrucht.
Tot deze familie hoort een aantal geliefde stinzen- en tuinplanten en in de keuken gebruikte kruiden. Ze worden dan ook vaker gekweekt.