Stijve ogentroost - Euphrasia stricta

Een eenjarige halfparasiet is Stijve ogentroost. De niet hoog wordende planten hebben rijkbloemige trossen met witte tot lichtlila kleurige bloemen met een gele vlek op de onderlip. Bladeren en schutbladeren zijn handvormig en hebben spitse tanden. De planten staan in voedselarme graslanden.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een eenjarige halfparasiet, vaak op grassen is Stijve ogentroost, Euphrasia stricta D.Wolff ex J.F.Lehm., uit de Bremraapfamilie of Orobanchaceae. De soort werd ook wel Gewone ogentroost, of Euphrasia officinalis L., genoemd. Het is in de praktijk een plantensoort die ook wel verder wordt uitgeselecteerd in ondersoorten. Dat gaat echter te ver voor ons.

Stijve ogentroost heeft ondergronds een penwortel, die met fijne haarwortels doordringt in de wortels van andere planten, voornamelijk grassen. Uit die andere planten tapt de plant water en mineralen af, maar het is geen volledige parasiet, want Stijve ogentroost heeft bladeren met bladgroen of chlorophyl en kan dus zelf door middel van fotosynthese suikers en grotere koolhydraten synthetiseren.

De planten zijn weinig behaard. Op de ondergrondse penwortel staat een behoorlijk vertakte stengel. Aan die stengels zitten getande bladeren die breed handvormig zijn en een halfronde omtrek hebben. Ze zijn breder dan lang en de tandpunten buigen wat naar boven toe. Ook zijn de tanden toegespitst en vaak van een naaldje voorzien.

De vertakkingen eindigen ieder in een lange tros met bloemen. Onder de tweezijdig symmetrische bloemen zit een schutblad, dat wat meer driehoekig van vorm is dan de stengelbladeren en ook spitse tanden heeft die eindigen in een naald. Binnen het schutblad staat de vergroeide viertandige kelk, waarbij de tanden korter zijn dan de kelkbuis. De vergroeide kronen staan binnen de kelkbuis. De tweezijdig symmetrische kroon is tweelippig met een duidelijke bovenlip en onderlip. De kleur van de bloemkroon is wit tot lichtlila met duidelijke donkere strepen. Op de onderlip zit een gele vlek. De driedelige onderlip steekt naar voren en de bovenlip welft naar boven. De vier meeldraden zitten onder de bovenlip; ze vallen op door hun donkerkleurige helmhokken. Als een insect de bloem bezoekt valt er droog pollen op de rug van het insect. Na bestuiving en bevruchting ontwikkelt zich een doosvrucht binnen de kelk. Die vrucht is kleiner dan de kelk.

MM_220430

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ogentroost - Euphrasia
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.35 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, geel, lila
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, tweelippig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkslippen, 4 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
handvormig
Bladrand:
getand
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschappen:

De plantensoort 'Stijve ogentroost' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Stijve ogentroost is een halfparasiet en dringt met zijn wortels binnen in die van andere planten. Daaruit wordt water en voedingsstoffen, met name mineralen, afgetapt die de planten gebruiken bij hun fotosynthese.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Stijve ogentroost verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 227

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:

Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 635-636.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Euphrásia strícta