In het Florajournaal wordt vaak geschreven over allerhande typen habitats. Naast bijvoorbeeld duinen en bossen, zijn venen een voorbeeld van een dergelijk habitat. Soorten die hier groeien zijn aangepast aan zure, natte en voedselarme omstandigheden.

Veenmos (Sphagnum spec.) vormt de basis voor zowel hoogveen als laagveen. Deze mossoort gedijt prima op deze voedselarm plekken, mede door de symbiose met bacteriën die het broeikasgas methaan kunnen omzetten naar koolstofdioxide. Het mos zet dat weer om naar biomassa en kan zo dikke matten vormen, die soms op het water drijven. De lagere delen van het mos sterven af en vormen een organische bodem waar moerassoorten als Ronde Zonnedauw (Drosera rotundifolia.) en Gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris) maar ook Riet (Phragmites australis) prima op kunnen groeien.

Met name laagveen werd in de voorbije eeuwen volop gestoken en gebruikt als brandstof, beter bekend als turf. Hierdoor was Veenmos de motor van de Nederlandse economie in de Gouden eeuw.

Tekst en foto door Nils van Rooijen, 12 augustus 2018, © Flora van Nederland