Video Determinatie

Voorjaarsganzerik - Potentilla verna

Een van de vroegst in het jaar bloeiende Potentillasoorten is de Voorjaarsganzerik, Potentilla verna, een tamelijk zeldzame soort die je aantreft in duingebieden en vooral in Zuid-Limburg op de kalkbodems, zoals in de video te zien is. De gele bloemen vallen op in de matten die de soort vormt tijdens hun bloei. De planten hebben handvormige bladeren die meestal vijf bladdelen hebben. De planten zijn behaard wat helpt tegen de verdamping van water.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een meerjarige in matten groeiende soort op droge standplaatsen en kalkrotsen is de Voorjaarsganzerik, Potentilla verna L., uit de Rozenfamilie of Rosaceae. Deze soort werd ook wel aangeduid met de wetenschappelijke naam Potentilla tabernaemontani.

Op de ondergrondse delen, een houtige, meerkoppige wortelstok, die goed kan overwinteren, ontwikkelen zich ieder jaar opnieuw rozetten van vijftallige handvormige bladeren. Deze lijken verkleinde uitgaven van de bladeren van Vijfvingerkruid, waar de hier besproken soort toch wel veel gelijkenis heeft. Net als Vijfvingerkruid, die veel algemener is dan de Voorjaarsganzerik, zie je dat de plant met liggende stengels die uit de rozetten tevoorschijn komen dichte matten vormt.Soms heb je zelfs de indruk dat de plant op meerdere plekken wortelt. De bloemdragende stengels komen ook uit de rozetten te voorschijn maar richten zich maar weinig op, waardoor de bloemen ook op de mat lijken te liggen. De stengels en ook de vrijwel allemaal vijftallige bladeren zijn vooral van onderen behaard. Dat zorgt er mede voor dat de uitdroging van de plant beperkt wordt, immers de soort staat op erg droge plekken in de volle zon.

De bloemen staan in armbloemige trossen, meestal een stuk of drie bloemen per stengel tot maximaal 5. De bloemen zijn tamelijk groot, tot 15 mm in doorsnee. Ze hebben de typische bouw van Potentilla bloemen. Ze hebben een brede bloembodem, wat je goed kunt zien als je de bloemen doorsnijdt met een scheermesje. Aan de rand van die bloembodem staan vijf kelkblaadjes en vijf kleinere bijkelkblaadjes. Op de bloembodem staan vijf gele kroonbladen ingeplant. Deze kroonbladen zijn uitgerand en hebben een inbochting; ze zijn langer dan de kelkbladen. Binnen de kroonbladen zie je veel meeldraden en op het centrale deel van de bloembodem staan de vruchtbeginsels die alle een stijl met stempel hebben. Deze groeien na bevruchting door insecten uit tot dopvruchten.

Voorjaarsganzerik groeit op droge zandige bodems die kalkhoudend zijn in laag blijvend grasland; een meer bijzondere groeiplek is op kalkrotsen en droge kalkbodems, zoals we die aantreffen in het zuiden van Limburg en de aangrenzende gebieden in België.

MM_190430

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ganzerik - Potentilla
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.15 meter
Bloeiperiodes:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen en bijkelkslippen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 of meer
Vruchtbeginsel:
veel, bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
dopvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard, liggend
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
handvormig, vijftallig
Bladranden:
gekarteld, behaard
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

areaal

De verspreiding van de Voorjaarsganzerik is over continentaal Europa en het noorden van Azië tot in China. In de duinen van het westen van Nederland, van Goeree tot Egmond geldt de soort als een echte kalkindicator. In het rivierengebied is dit niet heel strikt.

Levend Archief

Voorjaarsganzerik is, net als een aantal andere bijzondere plantensoorten zoals Kandelaartje, Stijf hardgras, Slanke mantelanjer en de Tengere veldmuur, belangrijk om in onze natuur te behouden en daarom wordt in het kader van het Levend Archief uit inheemse wilde planten opgekweekte zaden via mensenhanden verspreid in plaats van door natuurlijke verspreiders, zoals vogels, teruggeplaatst op typische groeiplaatsen in Zuidlimburgse kalkgroeven. Dit gebeurt in het kader van het project Levend Archief en zal worden gevolgd door onder meer Nils van Rooijen, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen en betrokken bij Flora van Nederland. (bron: De Limburger, 26 januari 2021: Abseilers brengen plantjes terug).

De plantensoort 'Voorjaarsganzerik' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Voorjaarsganzerik doet in beginsel zijn naam eer aan en bloeit in het voorjaar. Maar er treedt regelmatig ook een tweede bloeifase op in het najaar en de herfst.

De namen Ganzerik of Ganserick en het Duitse Genserich zouden ontstaan zijn, omdat men fijngehakte plant aan het ganzenvoer toevoegde of doordat de planten van nature tot het geliefde ganzenvoedsel behoorden (met dank aan Jan van Twisk). 

Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Voorjaarsganzerik en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 83-85. Weeda gebruikt de wetenschappelijke naam Potentilla verna.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 387, waarin de wetenschappelijke naam Potentilla tabernaemontani is gebruikt. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat,H( eni)L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 371 waar de wetenschappelijke naam Potentilla verna wordt gebruikt.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 713.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Potentílla vérna (vh tabernaemontáni).

In het Duitse taalgebied heet de soort Frühlings-Fingerkraut; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 248.