Video Determinatie

Esparcette - Onobrychis viciifolia

Espacette is als oud cultuurgewas gebruikt en destijds ook wel uitgezaaid als bodembemester. De plant heeft tijdens de bloei opmerkelijke spitse trossen met vlinderbloemen die rozerood van kleur zijn met rode streping vooral op de vlag. De bladeren zijn veerdelig gespleten en hebben veel deelblaadjes, waardoor die op de bladeren van Wikke lijken. De vruchten, het zijn eenzadige peulen met tanden, zijn nogal afwijkend van wat we bij de planten uit de Vlinderbloemenfamilie normaalgesproken aantreffen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Esparcette Onobrychis viciifolia Scop. uit de Vlinderbloemenfamilie of Fabaceae is een meerjarige niet al te vaak voorkomende graslandplant die met zijn symbiotische Rhizobiumbacteriën als groenbemester en bodemverbeteraar soms zelfs wordt ingezaaid.

Op de penwortel ontwikkelen zich de rechtopstaande, gevulde stengels. Daaraan staan de bladeren verspreid. Die bladeren zijn oneven geveerd samengesteld en lijken veel op de oneven geveerde bladeren van Wikke. De deelblaadjes staan in paren en je telt 6 tot 14 paren. Aan ons exemplaar staan 8 paren en uiteraard een topblaadje. De deelblaadjes zijn smal en tot meer dan 10 mm lang. Forse exemplaren kunnen zelfs deelblaadjes hebben van bijna 2,5 cm lang. Aan de voet van de bladeren, daar waar ze aan de stengel staan ingeplant zijn twee steunblaadjes. Vaak bruin vliezig van kleur en ze hebben elk twee behaarde tanden. Zowel stengels als bladeren zijn behaard.

Aan de top van de stengels ontwikkelt zich een langwerpige en spitse trosvormige bloeiwijze waarin veel bloemen staan. De bloei begint onderin de bloeiwijze en schuift naar boven toe. De vlinderbloemen hebben een vergroeide  vijftandige kelk en de kelktanden zijn meer dan tweemaal zo lang als de kelkbuis. De tanden zijn behaard.

De kleur van de kroonbladen is diep roze en de kroonbladen zijn sterk rood dooraderd. De omhoogstaande vlag valt goed op en de twee kroonbladen die over een lengte vergroeid zijn tot kiel zijn ook goed zichtbaar. De twee zwaarden echter zijn maar heel klein en nauwelijks aanwezig.  Daardoor lijkt de kroon uit slechts drie kroonbladen te bestaan.

Na bestuiving en bevruchting groeit het bovenstandig vruchtbeginsel uit tot een eenzadige peulvrucht. Dat is heel bijzonder bij deze familie. De kelk met zijn vijf lange tanden blijft om de peul zitten. Het oppervlak van de peul is flink gestructureerd en vertoont daardoor kleine, witte vlekken en de bovenrand heeft een rij stekels. De bijna ronde peul is hard en ruim een halve cm in doorsnee en wordt in zijn geheel, net als een klit dus, verspreid.

MM_210718

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Onobrychis - Onobrychis
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.25 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
rood, roze
Bloeiwijze:
tros
Bloemvorm:
vlinderbloemtype
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kelkbladen, 3 kroonbladen
Meeldraden:
10 in bundels
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
peulvrucht of boon
Zaden:
bolvormig
Stengels:
rechtopstaand, gevuld, rond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
oneven geveerd, samengesteld
Bladranden:
gaaf, behaard
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschap:

Het oorspronkelijk areaal was het westen van Siberië en het gebied rond de Middellandse Zee. dat de soort wel in onze delen van Europa is te vinden heeft te maken net het feit dat Esparcette een cultuurgewas was. De achteruitgang in onze contreien komt waarschijnlijk doordat Espacette niet meer als zodanig wordt gebruikt en dus ook niet meer wordt uitgezaaid.

De plantensoort 'Esparcette' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De typische peulvorm en de verspreiding van het zaad als vrucht kun je wel als bijzonder beschouwen.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Esparcette en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 152-153.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:

Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 358.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 771.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Onobrýchis viciifólia