Een reis door onze plantenfamilies. Nog gedurende de winter en soms zelfs al in december kun je niet alleen in veel tuinen, maar ook in parken en bossen het Gewoon sneeuwklokje uit de Narcisfamilie vinden. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Aspergeachtigen.
In onze bossen vallen in het voorjaar de hemelsblauwe bloemen tussen de donkergroene ovale bladeren van de Kleine maagdenpalm, Vinca minor, tijdens de bloei direct in het oog. De bloemen hebben vergroeide kroonbladen en zijn tot zo'n drie cm in doorsnede.
Reis mee door onze flora. In akkergemeenschappen en ook wel als pioniersoort vind je de eenjarige Gewone spurrie (SL1234) uit de Anjerfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Anjerachtigen.
Reis mee door onze plantenfamilies. Daslook is een wettelijk beschermde plant uit de Narcisfamilie. Het is een vrij zeldzame soort in Belgiƫ en Nederland, maar als de soort voorkomt kan ze grote oppervlakken bedekken. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Aspergeachtigen.
Reis mee door onze flora. Kleine bergsteentijm (SL2421) uit de Lipbloemenfamilie is een wat bijzondere soort die je voornamelijk aantreft op ruderale bodems, zoals op spoorwegemplacementen in de grensstreek van Limburg die aansluit bij Belgiƫ en Duitsland.
Reis mee door onze flora. Dwergviltkruid (SL0524) uit de Composietenfamilie. Het kleinste van de Viltkruiden dat het meeste in onze flora voorkomt is Dwergviltkruid. De kleine bladeren zijn lancetvormig en geheel met lange haren bezet, waardoor ze beschimmeld lijken.
Reis mee door onze flora. Dagkoekoeksbloem uit de Anjerfamilie is een tweehuizige soort uit de Anjerfamilie die je veel tegenkomt in de rand van struikgewas. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Anjerachtigen.
Reis mee door onze plantenfamilies. Veenpluis (SL0476) uit de Cypergrassenfamilie, de naam zegt het al, kenmerkt zich tijdens en na de bloei door de lange witte haren van wel 3-5 cm in de bloeiwijze Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Gewoon reukgras (SL0066) uit de Grassenfamilie dankt zijn naam aan de toffee-achtige geur die veroorzaakt wordt door de stof cumarine. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Een van de mooiste planten uit de groep van de monocotylen (eenzaadlobbigen) die in ons land voorkomen is wel Zwanenbloem. Door aanpassingen in het wortelstelsel, de vorming van aerenchym, dat zijn luchtkanalen, kan Zwanenbloem zelfs onder zeer anaerobe (=zuurstofloze) bodem-omstandigheden nog voorkomen.