Reis mee door onze flora. Erwten kennen we allemaal als groente. Erwt (SL1824) is een gemakkelijk te herkennen soort met tamelijk grote witte tot lila vlinderbloemen. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Vlinderbloemachtigen.
Reis mee door onze flora. Klimop uit de Klimopfamilie. Klimop is met Hulst en Vogellijm in de winter groenblijvende loofhoutgewas in de Noordwest Europese bossen.
Een reis door onze plantenfamilies. Tot de grote grasachtige planten die aan oevers van plassen en rivierarmen te vinden zijn hoort de Grote lisdodde uit de Lisdoddefamilie, Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Water- en Moerasplanten.
Reis mee door onze flora. Tot de zeldzame soorten in ons land hoort het éénjarige kruid Bleek schildzaad (SL0044) uit de Kruisbloemenfamilie of Brassicaceae. De soort staat op kalkhoudende droge zandgrond en mergelsteen.
Reis mee door onze flora. Een opvallende, meerjarige en meestal onbehaarde zomerbloeier, die zijn naam eer aandoet is Bont kroonkruid (SL0357) uit de Vlinderbloemenfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Vlinderbloemachtigen.
Reis mee door onze flora. Over veel struwelen met Sleedoorn en in verschillende typen voedselrijke Essenbossen tref je de enige kruidachtige slingerplant aan die we in Nederland kennen Hop uit de Hennepfamilie.
Reis mee door onze flora. Een gemakkelijk te herkennen gras is Eenbloemig parelgras (SL0808) uit de Grassenfamilie.Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Grasachtigen.
Reis mee door onze flora. Gevlekte scheerling (SL0347) uit de Schermbloemenfamilie. Het meest bekend, al uit de Griekse oudheid, is de Gevlekte scheerling als de plant waarvan het sap gebruikt is om de gifbeker voor de filosoof Socrates te bereiden.
Reis mee door onze flora. Een van de soorten uit het geslacht Wederik met opvallende katjesachtige trossen met bloemen in de oksels van de bladeren is Moeraswederik (SL0783) uit de Sleutelbloemenfamilie.
Reis mee door onze flora. Knolribzaad (SL0302) uit de Schermbloemenfamilie. Knolribzaad is een zomerbloeier die wordt aangetroffen in de beschaduwde randen van ruigten en struwelen op rivierduinen.