De Grassenfamilie of Poaceae is een grote familie met veel plantengeslachten en -soorten. Bloeiende grassen zijn goed te herkennen aan een aantal kenmerken die goed zijn waar te nemen.
Dat planten vaak maar weinig nodig hebben om te groeien zien we overal om ons heen. Denk maar eens aan soorten zoals Muurpeper (Sedum acre), een plantje dat op kale steen lijkt te groeien. Maar ook grotere soorten en zelfs bomen lijken soms zomaar uit een muur te komen. Bijvoorbeeld deze Gewone vlier (Sambucus nigra) die uit een eeuwenoude muur lijkt te groeien.
Planten staan nooit zomaar ergens, ook al zou je dat misschien wel denken als je bijvoorbeeld langs de huizen in een straat een Melkdistel, Gehoornde klaverzuring of Straatgras ziet staan. Deze plantensoorten horen thuis in een Plantengemeenschap, die we rekenen tot de Klasse van de Ruderale gemeenschappen. Een veel in Nederland voorkomende plantengemeenschap is de Glanshaver-associatie.
Onze redactie heeft plantensoorten van de Lage Landen in 18 goed herkenbare hoofdgroepen ingedeeld. De Lelieachtigen of Liliales is een groep families van eenzaadlobbige planten.
De plantensoorten die tot deze familie horen zijn vrijwel altijd kruiden. Ze hebben vaak bladeren die in een rozet staan en aan de stengel staan de bladeren verspreid. Het zijn enkelvoudige, niet-samengestelde bladeren.
Bladeren worden gebruikt om energie op te wekken. Als een soort zonnecollectoren vangen planten het zonlicht op om de energie van het licht om te zetten in suikers die als weer energievoorraad voor de plant dienen door middel van het bekende proces van de fotosynthese.
Binnen Flora van Nederland worden onder andere Stalkaars en Koningskaars besproken. Beide zijn grote, manshoge planten met aarvormige bloeiwijzen en gele bloemen, maar er zijn verschillen.
Langzaam beginnen de eerste bladeren aan de bomen te verkleuren. Dat gebeurt hier in Nederland, maar ook op andere gematigde plekken op het noordelijk halfrond. Hoewel wij gewend zijn aan de verschillende stadia van groenheid door het jaar heen, blijkt dit fenomeen zich niet altijd te hebben voorgedaan.
Gentianen (Gentiana) staan net als de Korenbloem (Centaurea cyanus) bekend om hun prachtige kleur blauw. Het diepe gentiaanblauw valt op tussen de omringende vegetatie. Toch is de kans dat je de soorten van dit geslacht tegenkomt in Nederland niet groot, ze zijn heel zeldzaam.
In de warmere delen van ons land is de hoofdbloei van Krokus al weer voorbij. Wat we in parken en tuinen aangeplant, of verwildert in gazons en bossen zien, kan Gele krokus (Crocus x stellaris), Vroege krokus (Crocus chrysanthus) of Bonte krokus (Crocus vernus) zijn.
Een fenomeen dat vooral van belang is in het voorjaar is dat sommige planten warmte benutten om insecten aan te trekken voor bestuiving en bevruchting. We maken daarbij onderscheid tussen planten die passief de warmtestraling van de zon invangen en planten die actief warmte produceren.