Zonnedauwfamilie of Droseraceae


Kleine zonnedauw
Ronde zonnedauw

Deze kleine familie spreekt heel erg tot de verbeelding; immers de planten kunnen op zeer mineraalarme plaatsen staan, doordat de planten insecten vangen en verteren en zodoende hun noodzakelijke mineralen uit verteerd insectenmateriaal halen. De zandige bodem waarop ze staan is immers zeer arm aan mineralen. Het zijn kleine planten die je vindt langs vennen, in heide en op andere inmiddels zeer zeldzaam wordende milieus, zoals veen.

Opvallend zijn de in rozetten geplaatste bladeren en de verterende enzymen afscheidende klierharen op de bladeren. Insecten die die klieren aanraken, blijven eraan plakken en de bladeren met hun beweeglijke klierharen houden het slachtoffer steeds steviger vast. Het stervend insect wordt door de enzymen verteerd en de verteerde sappen worden opgenomen in de bladeren en gebruikt voor de stofwisseling van de kleine planten. Uit het midden van de rozetten ontwikkelen de planten een bloeistengel waarin een niet al te grote tros met witte, regelmatige, vijftallige bloemen ontstaat. Het bovenstandig vruchtbeginsel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een doosvrucht.

De familie kent slechts één geslacht met daarin drie op de rode lijst staande soorten. Milieumaatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit en het tegengaan van vergrassing door de hoge ammoniak en stikstofdepositie dragen ertoe bij om de aantallen groeiplaatsen van dit soort heel speciale planten langzaam maar zeker te vergroten en te verbeteren.