Een oude wetenschappelijke naam voor deze familie is Guttiferae. Deze naam verwijst naar een eigenschap die bij een aantal Hertshooisoorten voorkomt en waarop deze naam is gebaseerd. Als je namelijk de bloemknoppen van deze planten tussen je vingers plat wrijft verschijnt er een roodpaarse druppel. Deze lijkt wel wat op bloed en werd en wordt, doordat de meest bekende vertegenwoordiger Sint-Janskruid is, in verband gebracht met de stervende Christus aan het kruis. Sint Jan was de heilige die bij dit stervensproces in Jerusalem aanwezig was.
De planten uit deze familie, die in onze contreien beperkt is tot één geslacht, namelijk Hertshooi of Hypericum, hebben tegenoverstaande bladeren, waarin vaak witte of zwarte oliedruppels te zien zijn. Soms heel opvallend, waardoor het lijkt dat de bladeren met een naald zijn doorgeprikt als je een blad tegen het licht houdt. Dit valt vooral op bij witte oliedruppels. De bloemen zijn regelmatig vijftallig en de kroonbladen zijn geel van kleur. Heel opvallend zijn de meeldraden in de bloem. Ze staan in drie bundels van meerdere meeldraden ingeplant op de bloembodem.
In tuinen tref je vaak een niet inheemse dwergstruikvariant aan met heel grote bloemen. Deze heeft houtige stengels in tegenstelling tot de inheemse kruidachtige soorten die in onze contreien zijn aan te treffen.