Zwarte appelbes is een struik zonder stekels met tuilen met witte bloemen en opvallend rode helmknoppen. De ellipsvormige bladeren hebben als opvallend kenmerk een hele reeks roodkleurige klieren op de middennerf. De struiken stoelen op de bodem uit met worteluitlopers en ze worden tot zo'n drie meter hoog. Ze staan bij voorkeur op natte laagveenbodems, maar worden ook wel in tuinen aangeplant. Na de bloei komen er paarszwarte bessen aan de struiken.
Zwarte appelbes, Aronia x prunifolia (Marshall) Rehder, uit de Rozenfamilie of Rosaceae, komt als wilde plantensoort voor in laagveenmoerassen en is daarnaast een veel aangeplante tuinstruik. Het is een kruising van twee soorten, namelijk Aronia arbutifolia en Aronia melanocarpa, de ouders die een enkele keer worden aangetroffen in onze inheemse flora.
De struiken vormen lange uitlopers waardoor ze zich breed uit kunnen uitgroeien. De takken staan min of meer rechtop op de uitstoelende worteluitlopers. Er zijn geen stekels. Jonge twijgen zijn bezet met witte haren, die later afvallen als de twijgen verhouten. Aan de takken en twijgen staan de aanvankelijk ook een beetje behaarde bladeren verspreid. Ze zijn langwerpig-elliptisch tot omgekeerd eivormig en hebben een plotseling spitstoelopende top. De nerven buigen voor het bereiken van de bladrand boogvormig af. De voet is wigvormig en aanvankelijk staan er twee spitse steunblaadjes op de aanhechting van de bladsteel aan de twijgen. Opvallend is een hele reeks roodkleurige klieren op de middennerf aan de bladbovenzijde. De rand van de bladeren is gezaagd en ook daar zitten klieren aan de zaagtopjes.
De bloeiwijzen zijn tuilen en de bloemstelen zijn ook wollig behaard. De bloemen zijn vijftallig met vijf met klieren op de rand bezette kelkbladen, vijf witte kroonbladen, vijf stijlen met stempels en veel meeldraden met opvallend rode tot soms roodpaarse helmknoppen. Het in de bloembodem ingezakte, onderstandig vruchtbeginsel groet na bestuiving en bevruchting uit tot een bes, die via rood naar zwartpaars kleurt. De bessen zijn 6 tot 8 mm in doorsnee en op de bessen zijn de resten zichtbaar van de bloemonderdelen.
MM_250530
Zwarte appelbes komt van nature voor in onze Laagveengebieden. Elders is de soort zeldzaam in ons land en komt dan voor op natte tot zeer natte gronden, zoals het natte broekbos bij Boxmeer waar onze beeldopnamen gemaakt zijn.
Opvallend zijn de langwerpige rode tot zwarte klieren boven op de middennerf van de bladeren.
De bessen van Zwarte appelbes bevatten veel Vitamine C en worden gebruikt om er jam en sap van te maken. Vandaar dat de struik veel wordt aangeplant in moestuinen. uit zo'n moestuin kan de struik verwilderen in onze natuur.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Zwarte appelbes en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 95
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 393. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 390.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 733-734. In deze flora worden Aronia melanocarpa, Zwarte appelbes, Aronia arbutifolia, Appelbes, en Aronia prunifolia, Purperen appelbes, als aparte soorten benoemd.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Arónia x prunifólia