Zwaardherik - Eruca vesicaria

Een  vanwege zijn oliehoudende zaden gekweekte plantensoort is Zwaardherik. De soort uit de Kruisbloemenfamilie heeft een lange tros met witachtige bloemen die sterk paars dooraderd zijn. De kroonbladen zijn tot 20 mm groot en tamelijk smal, waardoor de bloem nogal open is. Tijdens de bloei staan de bloemen schuin naar buitengekeerd, maar na de bloei staan de hauwen met de vier paarse kelkbladen er nogal strak omheen rechtop evenwijdig aan de stengel.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Zwaardherik, Eruca vesicaria (L.) Cav., is een soort uit de Kruisbloemenfamilie of Cruciferae met vruchten die meer dan drie maal zo lang als breed zijn. Het zijn derhalve hauwen. Opmerkelijk aan de hauwen is de snavel die breed boven de tweekleppige vrucht staat en spits toeloopt. Deze snavel is plat en lijkt daardoor veel op een zwaard, waar de Nederlandse naam dan ook vandaan komt. Witte mosterd heeft ook zo'n zwaardvormige hauw.

Op de ondergrondse penwortel met zijwortels ontwikkelt zich een rechtopstaande, gevulde en onbehaarde stengel. De bladeren zijn liervormig, dat wil zeggen dat ze samengesteld zijn met deelblaadjes en een grote eindlob hebben. Vooral de bladeren onderin de plant in de buurt van het maaiveld zijn groter met tot wel 5 deelblaadjes aan ieder kant van de hoofdnerf. Bovenin de plant zijn de verspreid staande bladeren wat kleiner met minder deelblaadjes maar nog steeds een grote eindlob. Ze zijn net als de stengel onbehaard.

De stengel eindigt in een bloeiwijze die we een tros noemen. Daarin staan veel bloemen die van onderen naar boven in de tros gaan bloeien en die geen schutblad hebben. Als de bloemknop opent en de jonge bloem zich begint te ontvouwen hebben de kroonbladen een witgele kleur, die allengs in wit overgaat en soms en beetje lichtpaars kan worden. De kroonbladen hebben niet zo'n brede plaat, maar wat wel opvalt is de uitgesproken duidelijke adering met roodpaarse aderen. Deze aderen steken scherp af tegen het wit van de bloemkleur. Die roodpaarse kleur kenmerkt ook de vier kelkbladen die stijf rechtop blijven staan en de vier nagels der kroonbladen omsluiten. Verwar die strakke kelkbladen niet met de bloemsteel, waar de hele bloem op staat. De platen van de kroonbladen staan breed uit als de vier wieken van een molen. Van de zes meeldraden zijn er vier wat langer en twee wat korter, hoewel het lengteverschil nauwelijks opvalt. De helmknoppen kleuren eerst groen en gaan daarna open als helmhokken, waaruit het stuifmeel kan worden meegenomen door bezoekers.

MM_240406

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Eruca - Eruca
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 1.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
geelwit, paars, wit
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
viertallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkbladen, 4 kroonbladen
Meeldraden:
6 vier lang, twee kort
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
hauw
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
afgebroken geveerd, liervormig
Bladranden:
gaaf, ingesneden
Ondergronds deel:
penwortel met zijwortels
Plantengemeenschap:
-

Zwaardherik wordt wel gekweekt vanwege de oliehoudende zaden. Maar doordat er ook wel zaad gemorst wordt bij de oogst komt de soort ook wel verwilderd voor, zoals op de foto's in de carrousel te zien is, waar wat planten staan op een graanakker.

De plantensoort 'Zwaardherik' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Rucola

Een opmerkelijke bijzonderheid, waaraan Zwaardherik ook gemakkelijk te herkennen is, is het verschil in geur van de bloemen en de bladeren. Terwijl de bloemen een aangenaam welriekende geur verspreiden, is de geur van de bladeren bij kneuzing, dat is het fijnwrijven van de bladeren, heel anders; je ruikt een geur die je misschien herkent van Rucola. Rucolasla is trouwens ook afkomstig van een nauw aan Zwaardherik verwante soort, namelijk Grote zandkool, Diplotaxis tenuifolia, eveneens uit de Kruisbloemenfamilie. Maar ook het blad van de Grote zandkool kun je verwerken als rucola in een gemengde salade.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 436. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 475.

Uitspraakaccenten van de wetenscappelijke naam: Éruca vesicária