Zilverschildzaad - Lobularia maritima

Een vooral in de stad maar ook in bermen wel aan te treffen klein blijvende soort uit de Kruisbloemenfamilie is Zilverschildzaad. Hij heeft trossen met behoorlijk veel witte bloemen, waardoor hij toch opvalt, zeker in de late herfst als hij in z'n nabloei is. De langwerpige bladeren hebben een wat grijzig zilverige kleur. De vruchten zijn ronde, bolvormige hauwtjes.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een klein blijvende plant met kleine witte bloemen in een tros bij elkaar, waardoor hij zelfs in de late herfst nog opvalt in bermen is Zilverschildzaad, Lobularia maritima (L.) Desv. uit de Kruisbloemenfamilie of Cruciferae. De soort is vooral in de stad aan te treffen. Doordat de plant in de winter bovengronds wel afsterft, maar het wortelgedeelte overleeft en na de winter weer uitloopt, kun je de soort als een één- tot meerjarige soort beschouwen.

Na kieming ontwikkelt zich eerst een penwortel, dat uitgroeit. Daarboven ontwikkelt zich een vertakte plant waarvan de geribde tot gegroefde kale stengels over de bodem liggen en aan de top opstijgen. Aan die stengels zitten langwerpige bladeren die in het midden het breedst zijn tot een cm en geleidelijk uitlopen naar een afgeronde top en naar de bladvoet die praktisch zonder bladsteel aan de stengels zit. De bladeren hebben een gave rand en zijn aangedrukt behaard kaal met kleine haren. Oudere bladeren zijn tegen het kale aan. Door die aangedrukte beharing  zijn ze wat grijzig van kleur en om het sjiek te maken mag je het zilverig noemen, waarmee je dan de Nederlandse naam verklaart.

Aan de top van de stengels en zijstengels, de plant vertakt regelmatig, ontwikkelen zich de trossen met veel bloemen. De bloemen zijn weliswaar niet groot, maar door het aantal en de aanvankelijk bolvormige tros valt de bloeiwijze toch wel op. De vier kleine kelkbladen zijn rond van vorm en de witte kroonbladen tot ruim 3 mm lang zijn omgekeerd eirond en hebben een afgeronde en soms wat uitgerande top. De breedte van de bloem kan tot 7 mm rijken. De bloem heeft zes meeldraden, vier lange en twee korte, zoals gebruikelijk bij de bloemen van de Kruisbloemenfamilie. Het is om die reden een viermachtige bloem. Het bovenstandig vruchtbeginsel heeft een korte stijl met stempel en groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een rond hauwtje. Het is bolvormig en hooguit een mm groot. Op het ronde hauwtje staat een stijlrest. De hauwtjes zijn meer rond dan dat ze lijken op de hauwtjes van Bleek schildzaad die een enigszins uitgedeukte top hebben, wat je op het plantenpaspoort van die soort kunt bekijken.

MM_251109

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Lobularia - Lobularia
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.07 - 0.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
viertallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkbladen, 4 kroonbladen
Meeldraden:
6 vier lang, twee kort
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
hauwtje
Zaden:
-
Stengel:
gegroefd
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
langwerpig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschappen:

Hoewel de wetenschappelijke soortsnaam, marita, mogelijk doet vermoeden dat het om een kustplant gaat, vind je deze soort regelmatig in de stedelijke omgeving en ook wel in bermen langs veldwegen, waar we ook de beeldopnamen gemaakt hebben. Het areaal van de soort is het gebied rond de Middellandse zee, waar de soort aan de kust te vinden is op verstoorde, open, en stenige plaatsen, vergelijkbaar met het stadsmilieu derhalve. In onze streken wordt de plant als sierplant in (rots)tuinen graag gezien en vandaaruit kan hij verwilderen en daarmee als adventief voorkomen als stads- of stoepplant en in onze inheemse flora gevonden worden.

De plantensoort 'Zilverschildzaad' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Zilverschildzaad kan het goed doen in tuinen door zijn rijkbloemige trossen met witte bloemen en hij stelt weinig eisen aan het vaak stenige milieu.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Zilverschildzaad en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2:

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:

Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 468.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 531; in deze flora luiden de namen: Zeeschilzaad en Alyssum maritimum. De plant wordt daar als een meerjarige soort aangeduid.

Denters, T.  (2020) Stadsflora van de Lage Landen, Fontaine Uitgevers: 198.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Lobulária marítima