Aan de grote witwollige, meestal alleen aan de top van de stengels staande hoofdjes herken je Wollige distel ook al vóór de bloei. uit zo'n hoofdje komen roodpaarse buisbloemen te voorschijn die veel pappus bezitten. De bladeren zijn flink bezet met stekels en aan de randen zitten vaak twee stekels vlak bij elkaar.
De tweejarige of overblijvende Wollige distel, Cirsium eriophorum (L.) Scop., uit de Composietenfamilie of Asteraceae, is een zeldzame distelsoort uit het geslacht Vederdistel. Dit laatste duidt op het gegeven dat het pappus geveerd is. Sinds 2022 luidt de wetenschappelijke naam Lophiolepis eriophora (L.) Del Guacchio, Bureš, Iamonico & P.Caputo.
Het verspreidingsgebied of areaal van Wollige distel is het midden van Europa van Frankrijk tot in Hongarije en Polen. Nederland is het meest noordwestelijk deel van het areaal en dan voornamelijk in Zeeland, Walcheren en Zuid-Beveland en in het rivierengebied in de buurt van Nijmegen. De beeldopnamen zijn door ons gemaakt in Frankrijk aan de voet van Montségur, waar bovenop een ruïne staat van de Katharen.
De opmerkelijke bolvorm van het (nog gesloten) grote hoofdje is erg kenmerkend voor deze soort uit het geslacht Vederdistel.
Naamgeving Het uiterlijk van de witwollige bloemhoofdjes staat garant voor de Nederlandse naam Wollige Distel. Cirsium is afkomstig van het Griekse Kirsion waarmee een soort distel werd aangeduid. En distel is uiteindelijk niets anders dan stekel. De soortnaam eriophorum is een verlatijnsing van het Griekse erion met ferein dat samen wol-dragen betekent (met dank aan Jan van Twisk).
Sinds 2022 is de wetenschappelijke naam gewijzigd in Lophiolepis eriophora (L.) Del Guacchio, Bureš, Iamonico & P.Caputo (Plant Biosystems 156 (2022): 1279).
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Wollige distel, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 133
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 619. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 677.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1094.
Plant Biosystems 156 (2022): 1279.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Círsium erióphorum
In het Duitse spraakgebied: Wollköpfige Kratzdistel, Korbblütengewächsse; cf Kosmos Naturführer (2017). Rothmaler, W. (1981) geeft als Duitse naam: Wollkopf-Kratzdistel.