Wilde akelei - Aquilegia vulgaris

Hoewel meestal bekend als tuinplant met vele verschillende kleuren bloemen, is Wilde akelei ook een soort die tot onze wilde inheemse flora hoort. De fraaie bloemen zijn dan blauw tot paars en de kroonbladachtige bloemdekbladen hebben naar binnen gevormde sporen. De vruchten, meestal 5, zijn kokervruchten. De bladeren zijn samengesteld en drietallig, de onderste zelfs dubbeldrietallig. De kelkbladachtige bloemdekbladen hebben dezelfde kleur als de andere bloemdekbladen. De planten zijn heel fijn behaard.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een heel opvallende meerjarige plantensoort uit de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae is Wilde akelei, Aquilegia vulgaris L.. De plant is ook heel geliefd als tuinplant.

Aan de rechtopstaande stengel staat een aantal bladeren verspreid ingeplant. Deze bladeren zijn drietallig ingesneden of samengesteld en de deelbladeren zijn onder in de plant nogmaals driedelig. We noemen dat wel dubbeldrietallige bladeren. Hun randen zijn gelobd.

Bovenin vertakt de stengel zodat er meerdere trossen in een soort van tuil staan. Deze armbloemige  trossen knikken en hangen naar beneden. De bloemen zijn bijzonder van vorm. Ze zijn regelmatig en de vijf bloemdekbladen die kroonbladachtig zijn, zijn eigenlijk nectariën en hebben een lange spoor die ongeveer even lang, soms een beetje langer, is als het trechtervormig deel van het kroonbladachtig bloemdekblad. De vele meeldraden steken niet buiten de 'kroon' uit. De vijf bloemdekbladen, die kelkachtig zijn, staan min of meer in een vlak en de sporen steken daar tussendoor. De sporen zijn haakvormig gekromd. Alleen hommels met een lange tong kunnen de nectar in de spoor bereiken. Korttongige insecten weten de nectar te bereiken door zogenaamde inbraak: ze boren een gaatje boven in de spoor en stelen zo de nectar zonder de bloem te bestuiven.

De redelijk zeldzame Wilde akelei heeft natuurlijke strandplaatsen in Zuid-Limburgse bossen op kalkhoudende grond. Soms weten ze vanuit het bos nabijgelegen kalkgraslanden te bereiken, waarbij de planten tegen de bosrand aan staan. Ze blijven dan redelijk in de schaduw staan. De plant is geliefd als tuinplant en wordt derhalve gekweekt. Uit deze gekweekte soorten verwilderen planten. De kleuren variëren van wit, tot roze, blauw en paars. Standplaatsen van deze verwilderde planten zijn beschaduwde plekken en buitenplaatsen, waarbij ze soms lijken in te burgeren.

MM_210915

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Akelei - Aquilegia
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.40 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
paars, wit, rood, blauw
Bloeiwijzen:
tros, pluim
Bloemvormen:
met spoor, regelmatig, trechtervormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 bloemdek (kelkbladen), 5 bloemdek (kroonbladen)
Meeldraden:
10 of meer
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
kokervrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
dubbel geveerd, drietallig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

Wilde akelei komt van oorsprong voor in een groot deel van Europa, maar in het noordwesten van dit werelddeel tref je eigenlijk alleen maar verwilderde soorten aan afkomstig uit tuinen en parken. Ook het noordwesten van Afrika hoort tot het areaal van de wilde soort. In Nederland tref je Akelei vooral aan als tuinplant en uit tuinen verwilderde planten. Alleen in het zuiden van Limburg en de aangrenzende gebieden in België en een paar plaatsen in het oosten van Gelderland komen echte inheemse wilde planten voor. Het is een soort van de hellingbossen en kapvlakten in dit soort bossen zijn plekken waar Wilde akelei zich graag vertoont en op kan leven.

De plantensoort 'Wilde akelei' komt voor in de volgende plantenassociaties:

giftigheid

Wilde akelei is zwak giftig. Denk daaraan als je kinderen bij je hebt; laat ze er niet van eten.

Meer informatie over de ecologie van Akelei en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 254-255.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 260. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 319-320.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 481-482.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Aquilégia vulgáris