Westelijke hemlockspar - Tsuga heterophylla

Westelijke hemlockspar is een soort die in tuinen en parken te vinden is en ook is aangeplant in bossen. Het zijn vaak flinke naaldbomen, waarvan de voornaamste kenmerken de gegroefde twijgen, de korte naalden (tot 2 cm), en dan daarbij het grote verschil in lengte van de naalden zijn. Daarnaast zijn veel naalden ook nog eens gedraaid, ze dragen brede witte strepen aan de onderkant. Het blad heeft bij kneuzen een specifieke geur die aan wortelloof doet denken. De kegels zijn klein, bruin, ovaal en alleenstaand aan de takken.

Westelijke hemlockspar, Tsuga heterophylla (Raf.)Sarg., uit de Dennenfamilie of Pinaceae, is een naaldboom uit Westelijk Noord-Amerika. Het verspreidingsgebied loopt van Noord-Californië over Canada naar Alaska. De boom heeft een smal piramidale groei, en ze kunnen behoorlijke hoogtes bereiken, 35 tot soms 40 m. De bruine schors is fijn gegroefd.

De bruine twijgen zijn behaard, stijf, gegroefd of licht hoekig op doorsnee, de knoppen zijn stomp en enigszins rond, de naalden staan min of meer rond de takken ingeplant. Iedere vlakke naald staat op een verhevenheid van de twijg, en laat een rond litteken achter wanneer deze wordt verwijderd, door hem af te plukken.

Het blad, we spreken bij naaldbomen over een naald, maar juist bij sparren zoals Zilverspar, Douglasspar, Hemlockspar en Servische spar, hebben we een vlak blad, beter vergelijkbaar met "echte"bladeren. Het blad van Westelijke hemlockspar is kort, van 0,5 tot maximaal 2 cm, over de hele lengte even breed, heel kort gesteeld, aan de onderzijde met twee brede, witte strepen. We zien daar de lichtbreking van de met gas gevulde ruimtes van de huidmondjes, waardoor de witte band ontstaat. Verder zijn de bladeren of naalden zeer verschillend van lengte. Het achtervoegsel bij de soortnaam, heterophylla, slaat hier op, heterophyllus betekent: met verschillende of ongelijke bladeren.

Daarnaast is er ook een verschil in inplanting rond de tak of twijg; sommige naalden staan gedraaid en tonen zo de achterkant van het blad. Wanneer we de naalden kneuzen bemerken we een aparte geur, die volgens sommigen aan wortelloof doet denken.

De bloeitijd van de Hemlockspar is in april en mei, de bloemen zijn éénslachtig. De plant bloeit mannelijk met kleine kegels van hooguit 0,5 cm aan de onderkant van de twijgen. De vrouwelijke bloeiwijzen groeien na bevruchting uit tot een grootte van 2 - 2,5 cm. Het zijn zittende, in omtrek ovale kegels.

De zaden zijn klein met een relatief grote vliezige vleugel, ze verlaten de kegel, die bij droogte open gaat staan, om over grote afstanden verspreid te kunnen worden. De soort verjongt zich in ons land spontaan.

GB_181101

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Hemlockspar - Tsuga
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
1.00 - 35.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
-
Bloeiwijze:
kegel
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
kegel
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
grijsgroen
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
naaldvormig
Bladrand:
fijn gezaagd
Ondergronds deel:
-
Plantengemeenschappen:

Hemlockspar vinden we vaak aangeplant samen met Grove den, Douglasspar, Fijnspar en Zwarte den. De zo ontstane bossen rekenen we wel tot de Klasse der Boreaal-Montane Naaldbossen (Vaccinio-Piceetea). Meestal zullen in onze streken, en bij afwezigheid van beheer, de naaldbomen opgevolgd worden door loofbomen, en zullen de gemeenschappen overgaan naar de Klasse der Eiken-Beukenbossen op voedselarme grond.

De plantensoort 'Westelijke hemlockspar' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Komt sinds de 18de eeuw (1851) in Europa aangeplant voor. Het hout is beter dan van verwante Tsuga's, maar wordt meestal gebruikt voor papierfabrikage.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 74. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 88.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 194-195.

In het Duitse taalgebied heet de Hemlockspar Schierlingstanne. Zie: Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 109.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Tsúga heterophýlla.