Video Determinatie

Schijnaardbei - Potentilla indica

In de schaduw van bosschages op tamelijk vochtige grond kun je Schijnaardbei vinden die zich over de bodem verspreidt en veel lijkt op Bosaardbei. Ze heeft echter gele bloemkroonbladen, maar verder lijken de groeivorm en de bladeren sterk op Bosaardbei. Het is een soort die ook goed gedijt in tuinen en van daaruit vaak verwildert in onze natuur. Door zijn kruipende stengels kan de soort grasvelden gemakkelijk koloniseren en wordt dan ook wel als een lastig 'on'kruid ervaren door gazonbezitters.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een plantensoort die veel op Bosaardbei lijkt, maar gele kroonbladen heeft, is Schijnaardbei, Potentilla indica (Andrews) Th. Wolf uit de Rozenfamilie of Rosaceae. Het is een soort die je kunt beschouwen als een invasieve soort, die steeds meer ingeburgerd raakt in onze wilde flora. Dat is het gevolg van het feit dat deze van oorsprong zuid-oost Aziatische soort als tuinplant wordt aangeplant en uit tuinen verwildert.

De planten hebben een liggende habitus en worden dan ook niet echt heel hoog, maar ze bedekken de bodem. Ze kunnen dan maximaal tot zo'n 20 tot 25 cm hoog worden. De kruipende stengels wortelen op de knopen en daarmee kan de plantensoort zich vegetatief uitbreiden en een steeds groter bodemoppervlak bedekken en steeds grotere matten vormen. Aan deze kruipende stengels of stolonen staan de drietallige bladeren. Deze verspreid staande bladeren lijken heel sterk op die van Bosaardbei en Aardbeiganzerik hebben net als deze een gekartelde tot gezaagde bladrand. De middelste tand aan de top van de drie deelblaadjes is, net als bij de Bosaardbei, langer dan de twee links en rechts ervan staande zaagtanden. Bij de Aardbeiganzerik is die middelste toptand juist korter dan de ernaast staande twee tanden.

De bloemen staan alleen. Ze hebben net als Bosaardbei een brede bloembodem waarop de vijf kelkbladen en vijf bijkelkslippen staan ingeplant. De bijkelkslippen van de Schijnaardbei zijn breed, breder zelfs dan de kelkslippen, en hebben in tegenstelling tot die van Bosaardbei een drietandige top. Die van Bosaardbei zijn gaafrandig. De kroonbladen zijn geel en dat is ook een duidelijk onderscheid met de witte kroonbladen van Bosaardbei. De gele kroonbladen raken elkaar niet, je ziet het groen van de bloembodem tussen de kroonbladen door. De vele meeldraden en vruchtbeginsels staan eveneens op de brede bloembodem ingeplant. Na bestuiving en bevruchting groeit de bloembodem met de zaden daarop uit tot een schijnvrucht, net als bij Bosaardbei. De bijkelkslippen, soms worden ze ook wel bijkelkbladeren genoemd, worden tijdens de rijping nog wat groter en gaan rond de aardbei-achtige schijnvrucht omhoog staan. Wat betreft de schijnvrucht lijkt Schijnaardbei op Bosaardbei, maar in tegenstelling tot de zoete en sappige vrucht van Bosaardbei is die van Schijnaardbei niet smakelijk.

Op beschaduwde plekken in tuinen kun je Schijnaardbei vinden en dan niet alleen in de stedelijke omgeving van bijvoorbeeld plantsoenen, maar ook in loofbossen op vochtige en voedselrijke bodems of in de schaduw langs bosschages.

200516_MM

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ganzerik - Potentilla
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen en bijkelkslippen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
schijnvrucht
Zaden:
-
Stengels:
behaard, gevuld, kruipend
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
drietallig, handvormig, samengesteld
Bladranden:
gezaagd, gekarteld
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschap:

De Schijnaardbei is van oorsprong een soort uit het zuidoosten van Azië, maar raakt ook bij ons steeds meer ingeburgerd in plantsoenen en tuinen. De soortsnaam 'indica' wijst op die afkomst van deze soort uit het zuiden en oosten van Azië. Hij is in onze contreien als een invasieve neofyt te beschouwen.

De plantensoort 'Schijnaardbei' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De schijnvrucht lijkt zeer sterk op de schijnvrucht van Bosaardbei, maar de smaak is niet lekker dit in tegenstelling tot de vruchten van Bosaardbei, die heel zoet zijn. Bosaardbei is dan ook de stamvader van onze aardbeien.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Schijnaardbei en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 79

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 387. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 372-373.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Potentílla índica.