Rond wintergroen - Pyrola rotundifolia

Rond wintergroen, Pyrola rotundifolia, is een zeldzame verschijning in de duin gebieden en op enkele plekken in het binnenland. Boven de vaak breed uitgestoelde bladrozetten van donkergroene, leerachtige en glanzende bladeren staan de bloeistengels met witte hangende bloemen. De stijl van de bloemen steekt ver buiten de bloemkroon en is gebogen in de vorm van een S. De planten zijn onbehaard.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Rond wintergroen (ook wel Rondbladig wintergroen genoemd), Pyrola rotundifolia L. uit de Heifamilie of Ericaceae is een vrij zeldzame rode lijst soort, die nog steeds in aantal achteruit gaat.

Ondergronds heeft de plant een stelsels van uitlopers waaraan ieder jaar nieuwe stengels omhoog komen boven het maaiveld. Aan de voet van de stengel ontwikkelt zich een aantal bladeren op een op een rozet gelijkende manier. Deze bladeren hebben meestal een langere bladsteel dan de grootte van het blad. De bladeren zijn rond en hebben een licht gekartelde rand die vaak een beetje is omgebogen. Daardoor lijkt de bladrand gaaf. De bladschijf versmalt vrij plotselinge wigvormig naar de steel toe, maar een steeds smaller wordende voortzetting van de bladschijf loopt langs de bladsteel naar beneden. Het is dus een gevleugelde bladsteel. De kleur van de bladeren is glanzend leerachtig groen; een onderscheid met de bladeren van Klei wintergroen die trouwens een steel hebben doe korter is dan de grootte van de bladschijf. Opmerkelijk is dat een rozet van bladeren die zich gevormd heeft een hele winter doorstaat. Vandaar de naam Wintergroen.

In het centrum van de rozetachtig geplaatste bladeren komt een wat kantige net als de bladeren kale en gladde bloeistengel tevoorschijn. Bovenaan deze stengel ontwikkelt zich een bloemtros. De bloemen gaan tijdens de bloei omgekeerd naar beneden hangen. Ze hebben een relatief lang schutblad dat de bloemsteel grotendeels omvat. De kelkslippen zijn smal en spits en de vijf witte soms een beetje richting roze getinte kroonbladen spreiden zich wel uit maar blijven toch een soort kom vormen. Overigens zijn de kroonbladen een beetje ongelijk van vorm; toch kun je wel spreken van een regelmatige, vijftallige kroon. Opmerkelijk is de lange stijl op het bovenstandig vruchtbeginsel die S-vormig gekromd is en flink buiten de kroon uitsteekt. Op de stijl zitten vijf stempels die samen geneigd zijn tot een stempelknop.

De doosvrucht die uit het vruchtbeginsel ontstaat, overigens meestal door zelfbestuiving, want de bloemen hebben geen nectar, dus bezoek van insecten is zeldzaam, is vijfhokkig en ingesnoerd. Vanaf de basis splijt de doosvrucht, die naar beneden hangt, open waardoor er vijf kleppen kunnen openen. De kleppen worden bij elkaar gehouden door een soort van spinrag. Uit de geopende zaaddoos kan het zaad ontsnappen.

MM_211209

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Wintergroen - Pyrola
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.30 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
roze, wit
Bloeiwijze:
tros
Bloemvorm:
vijftallig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
5
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad, kantig
Schors:
-
Bladstand:
rozet
Bladvorm:
rond
Bladranden:
omgerold, gekarteld
Ondergronds deel:
ondergrondse uitlopers
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied of areaal omvat Europa met uitzondering van de meest westelijke en zuidelijk gedeelten. Verder horen het westen en midden van Siberië tot het areaal. In onze contreien beperkt Rond wintergroen zich tot de westelijke delen, zoals duingebieden en Waddeneilanden. Buiten de kustgebieden komt het voor op plekken die beschut zijn tegen uitdroging, zoals in bossen.

De plantensoort 'Rond wintergroen' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Rond wintergroen heeft om te kunnen gedijen een humuspakket nodig en zal dus nooit als pionier optreden. Het humuspakket kan afkomstig zijn van dennennaalden of van Kruipwilg, zoals in de duinen, maar het kan ook afkomstig zijn van slechts verterende bladeren van Zomereik, Berk en Beuk, zoals we zien op groeiplaatsen in Zuid-Limburg en zijn omgeving.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Rond wintergroen verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 26

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 462. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 561.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 795; in deze flora luidt de Nederlandse naam Rondbladig wintergroen.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Pýrola rotundifólia