Video Determinatie

Rode spoorbloem - Centranthus ruber

Op oude stadsmuren kun je de Rode spoorbloem, Centranthus ruber, aantreffen. De soort valt op door de blauwachtige kleur van de stelen en tegenoverstaande bladeren. Tijdens de bloei vallen de tuilvormige, compacte bijschermen met veel bloemen op. De kleur van de bloemen is wit of rozerood. Aan de bloemen kun je een dunne lange spoor ontdekken.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Met fraaie witte of rozerode tuilvormige bijschermen staat op oude muren de Rode spoorbloem, Centranthus ruber (L.) DC, uit de Kamperfoeliefamilie. De soort werd in de 23ste druk van de Heukels'flora Spoorbloem genoemd, immers naast de roodbloemige exemplaren komen er ook wit bloeiende exemplaren voor. Deze oudere Nederlandse naam is toepasselijker dan de nieuwe Rode spoorbloem, die overigens een letterlijke vertaling van de wetenschappelijke naam is en in oudere flora's al in gebruik was.

De tuilvormige bloeiwijze lijkt sterk op die van de Echte valeriaan en de vele kleine trompetvormige bloemen versterken dit beeld.

De plant heeft rechtopstaande stengels. Deze zijn rond, hol en kaal, maar de blauwige kleur geeft een suggestie van berijptheid. De stengels kunnen vertakken. Aan deze stengels staan de bladeren tegenover elkaar, en zelfs min of meer kruisgewijs, maar dat is moeilijk te herkennen omdat de stengels rond zijn. De bladeren hebben een eironde vorm en lopen lancetvormig spits toe. Ze zitten direct aan de stengel en missen een steel. Ook steunblaadjes ontbreken. Zowel de onderkant als de bovenkant van de bladeren zijn kaal en de bovenkant is net als de stengel een beetje blauwig van kleur. Die bovenkant doet ook wat berijpt aan. De onderkant van de bladeren is meer grijsgroen van kleur. De middennerf die uitloopt in de spitse punt is erg opvallend. De zijnerven zijn duidelijk minder opvallend. De rand van de bladeren is gaaf tot heel licht getand.

De bloemen zijn klein en een vergroeidbladige kelk valt nauwelijks te onderscheiden. Deze heeft de vorm van een zoom die op het vruchtbeginsel staat. De kroonbladen zijn vergroeid en op de trompetvormige kroonbuis staan vijf kroonslippen van 3 mm. Ze zijn zo gerangschikt dat de bloemen tweezijdig symmetrisch zijn, met een slip naar een kant gericht en de vier andere slippen naar de andere kant. Onderaan steekt een lange dunne spoor. Deze is ongeveer tweemaal zolang als het vruchtbeginsel. Er is één meeldraad en één stijl met stempel.

De planten bloeien vanaf de maand mei en tot in de herfst.

De vrucht heeft een mooi vertakt kroontje van veertjes.

Het zijn van oorsprong tuinplanten uit Zuid Europa en lijken zich in te burgeren op oude muren, waarop we ook soorten aantreffen als Muurbloem en Stengelomvattend havikskruid.

MM_130611, herzien 160628, gewijzigd 200312

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Centranthus - Centranthus
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 0.80 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, rood, roze
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvormen:
trompetvormig, met spoor
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 onduidelijk, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
1 vergroeid met de kroonbladen
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
hol, rechtopstaand, glad
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvormen:
eirond, lancetvormig
Bladranden:
getand, gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschap:
-

De Spoorbloem komt van oorsprong uit Zuid Europa en wordt wel als tuinplant gebruikt. Van daar uit lijkt de plant ook te verwilderen in onze contreien en is inmiddels aangetroffen op oude stadsmuren zoals de stadsmuur aan het Lange Grachtje in Maastricht. Ze staat hier samen met soorten als Muurbloem, Stengelomvattend havikskruid, Muurleeuwenbek en Wijnruit die de Muurbloemassociatie (21Aa2 in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland) vormen.

De plantensoort 'Rode spoorbloem' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De plant wordt wel gekweekt als tuinplant, maar raakt langzaam maar zeker ook ingeburgerd op warme plaatsen op oude muren, een milieu dat sterke overeenkomst vertoont met het biotoop waarin ze in Zuid-Europa thuis is.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 578. In deze flora wordt de soort kortweg Spoorbloem genoemd.

In de nieuwe uitgaven van deze flora luidt de Nederlandse naam Rode spoorbloem; zie Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels'Flora van Nederland, 24ste druk: 743.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 995. In deze flora wordt ook de Nederlandse naam Rode spoorbloem gebruikt.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Centránthus rúber.

In het Duitse taalgebied: Rote Spornblume, Baldriangewächse.