Naaldenkervel - Scandix pecten-veneris

Naaldenkervel, Scandix pecten-veneris, is een soort uit onze steeds zeldzamer wordende akkerflora die vooral opvalt door de zeer fijn verdeelde, 3- tot 4-voudig geveerde bladeren en de vruchten met een lange snavel, die wel wat weg hebben van de vruchten van Ooievaarsbekken. De witte bloemen zijn klein en vallen niet snel op. Wel zijn de vijfbladige omwindseltjes onder de schermpjes goed te zien, terwijl een omwindsel onder het scherm ontbreekt.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Akkerflora maakte vroeger deel uit van onze akkers naast de gewassen die boeren er inzaaiden. In graanakkers vond je zo ook Naaldenkervel, Scandix pecten-veneris L. uit de Schermbloemenfamilie of Apiaceae. Tegenwoordig moet je dergelijke akkerflora zoeken in natuurreservaten of op land van boeren die een biologische aanpak op hun landerijen toepassen zonder kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen. Een klein aantal van dergelijke 'ouderwetse' akkers is op de kalkhellingen van het Zuid-Limburgse heuvelland te vinden. Daar staat dan naast een aantal andere soorten uit onze akkerflora de hier in beeld gebrachte Naaldenkervel.

De éénjarige planten kiemen in de herfst en overwinteren alvorens in het vroege voorjaar verder te ontwikkelen, te bloeien en zaad te zetten. Voordat de boer zijn gewas, in dit geval Rogge, oogst heeft Naaldenkervel zijn zaad al verspreid.

Op het wortelstelsel ontwikkelt zich de enigszins behaarde stengel, die zich bovenin vertakt. Aan de stengel staan de drie- tot viervoudig geveerde fijne, lijnvormige bladeren met een kleine maar wel duidelijke schede. Ze staan verspreid aan de stengel en de bladdelen zijn heel fijn. Ze zijn enigszins plat, maar lijken verder veel op het fijne blad van Kamilles.

De stengels eindigen in schermen die meestal uit twee soms uit drie schermpjes bestaan. Op de spliting van de schermstralen op de stengel ontbreekt het omwindsel, maar onder de schermpjes staan meestal vijf omwindselblaadjes. Deze zijn vaak in twee delen ingesneden. In zo'n schermpje staat een aantal kleine bloemen. Het zijn er meestal niet zo heel veel. De bloemen hebben een vruchtbeginsel dat met haartjes is bezet. De kleur van de bloemkroonbladen is wit. Het zijn stralende bloemen, wat betekent dat de buitenste kroonbladen van een schermpje wat groter zijn dan de kroonbladen die naar het midden van het schermpje wijzen.

Na bestuiving en bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot vruchten met een heel lange snavel. Deze snavel kan tot wel 5 cm lang zijn en is bezet met stekelhaartjes. Het vruchtgedeelte is wat dikker dan de snavel, op doorsnee rond, en licht geribd. Bij rijpheid laten de twee vruchten en een groot deel van de snavels los van de middenspil. Ze hangen dan aan de top, waarop je de twee resten van de stijl ziet staan, naar beneden naar buiten toe. Met de stekelhaartjes op de snavel kunnen de vruchten met daarin een zaad blijven hangen aan de vacht van een langslopend dier. Zo vindt de verspreiding van het zaad plaats.

De lange vruchten met snavel zijn heel kenmerkend voor Naaldenkervel.

MM_250604

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Scandix - Scandix
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
samengesteld scherm
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 onduidelijke kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
splitvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lijnvormig, meervoudig geveerd
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschap:

Het areaal van Naaldenkervel omvat het Middellandse Zee-gebied en verder naar het oosten tot in het noorden van India. Het is een cultuurvolger van de landbouwende mens. En het behoort dan ook tot wat we vroeger wel als akkeronkruiden beschouwden. Inmiddels zijn deze kruiden zo zeldzaam geworden dat we speciale maatregelen moeten nemen om deze soorten in stand te houden.

De plantensoort 'Naaldenkervel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Naaldenkervel is vanaf 2017 beschermd door de wet natuurbescherming. Deze wet beschermt onder meer ook de andere plantensoorten die we tot onze akkerflora rekenen, zoals Bolderik, Akkerboterbloem, Korenbloem, Ruige en Gewone klaproos, Ruw parelzaad, Groot en Klein spiegelklokje, Kleine wolfsmelk en Blauw walstro.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Naaldenkervel en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 254-255.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 554-555. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 763.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 650.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Scándix pécten-venéris