Mariadistel, Silybum marianum, is een soms tot 2 meter hoog wordende distelachtige plant, die nogal eens in tuinen wordt aangeplant. De plant valt op door zijn grote bladeren in het onderste deel van de plant en de lange en hoge stengel, die niet zeer sterk bebladerd is. ook vind je weinig stekels op die stengel. De bladeren vallen heel erg op door de witte aderen die langs de nerven en ook de rest van het bladoppervlak te zien zijn. Meestal staat er een nogal groot hoofdje met paarsrode buisbloemen aan de stengeltop.
Een forse en één- of tweejarige plant met het karakter van een Distel is Mariadistel, Silybum marianum (L.) Gaertn., uit de Composietenfamilie of Asteraceae. Als de plant in het ene jaar kiemt en alvast een rozet vormt en in het tweede jaar tot bloei komt is het exemplaar een tweejarige plant.
Op de penwortel ontwikkelt zich uiteindelijk een stevige stengel met leerachtige bladeren met stekelige randen. De stengel is wat behaard, waardoor wat wollig wittig kan overkomen. De bladeren zijn van boven glanzend en hebben witte vlekken of witte tekeningen langs de nerven, die wel op aderen lijken. De onderste bladeren zijn groot, langwerpig en veerlobbig. De bovenste zijn hartvormig met stengelomvattende voet tot lancetvormig. De stekels zijn scherp.
De hoofdjes zijn groot en wel 3 tot 4 cm breed. Er is een flink aantal rijen omwindselblaadjes, waarbij de buitenste een bladachtige verbrede top hebben die eindigt in een lange stekelpunt terwijl er ook nog kleine randstekels zijn. De kleur van de omwindselbladeren is groen tot paarsachtig. De bloembodem is dicht behaard en het pappus van de vruchten bestaat uit veel haren, die niet geveerd zijn. De kleur van de buisbloemen is roodpaars.
MM250611
Het oorspronkelijk areaal van Mariadistel is het gebied rond de Middellandse Zee, Klein-Azië en Iran. Hij wordt sinds lange tijd door de mens gekweekt als geneeskrachtige plant en ook als sierplant. Zo is Mariadistel naast een echte wilde plantensoort in onze contreien terecht gekomen als tuinplant. Uit tuinen verwildert de soort en kan zo wel eens terechtkomen in halfnatuurlijke omgeving. Onze beeldopnamen zijn gemaakt in het Alpenvoorland in het zuiden van Frankrijk, waar de soort inheems is en voorkomt in meer ruderale vegetaties.
Maria en de distel
Het verband met de Maagd Maria die in de naam van deze Distel is terug te vinden, moet verbonden worden met de volgende legende. Na de geboorte van Jesus Christus vaardigde koning Herodes de opdracht uit dat alle nieuwgeboren jongens niet ouder dan twee jaar moesten worden gedood in zijn rijk. Dit om te voorkomen dat 'de Koning der Joden' hem ooit zou kunnen verdrijven. Josef, de man van Maria, ontving in een droom het bericht van een Engel dat ze terstond moesten vluchten naar Egypte om de kindermoord te mijden. Op de vlucht zoogde Maria Jesus en verborg zich daarbij achter een Distel. Ze morste daarbij druppels moedermelk op de bladeren van die Distel. Daardoor ontstonden de witte adervormige strepen op de bladeren, die nu nog steeds het blad van de Mariadistel sieren.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 620. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 678.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1030.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Sílybum mariánum
In het Duitse spraakgebied: Gewöhnlicher Mariendistel, Korbblütengewächse.