Video Determinatie

Malrove - Marrubium vulgare

Aan zijn bossig en sterk behaarde uiterlijk met witte, heel typische lipbloemen met twee naar boven gerichte kroonbladdelen herken je de Malrove, een tamelijk zeldzame lipbloemsoort die voorkomt in Zuid-Limburg. De bladeren zijn rond tot eirond en gekarteld. Als de plant bloeit vormen zijn schijnkransen als het ware bollen met erg veel bloemen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De meerjarige, kruidachtige en bossige plantensoort Malrove, Marrubium vulgare L., is een tamelijk zeldzame plantensoort uit de Lipbloemenfamilie of Lamiaceae (vroeger ook wel Labiatae genoemd).

De plant is sterk behaard en ontwikkelt op zijn penwortel veel rechtopstaande en dicht bij het maaiveld vertakte zijstengels. Aan de vierkante stengels staan de niet al te grote bijna ronde gesteelde bladeren tegenover elkaar en kruisgewijs. De bladeren hebben een gekartelde hand, zijn heel sterk gerimpeld en sterk viltig behaard. Ze hebben een duidelijke steel.

In de oksels van de hoger aan de stengels geplaatste bladeren staan de schijnkransen die zoveel bloemen bevatten dat het geheel wel een bol lijkt. De witte bloemen zijn duidelijk tweelippig, waarbij de bovenlip ook nog gepleten blijkt. Die bovenlip is tamelijk groot en staat rechtop. Zo'n rechtopstaande en gespleten bovenlip is een kenmerk dat je verder nauwelijks vindt bij soorten van de Lipbloemenfamilie. Ook is de kelk opmerkelijk. De vijf kelkbladen zijn tot een buis vergroeid en hebben aan de bovenrand tien haakvormige tanden. De tien tanden zetten zich over de kelkbuis voort in geribbelde lijnen.

Malrove is een tamelijk zeldzame soort en is te vinden op wat ruigere plaatsen en in hagen. In de duinen vind je de soort op opengewerkte kalkrijke en stikstofrijke omgewerkte grond. Maar ook Zuid-Limburg en het rivierengebied zijn de gebieden waar de Malrove te vinden is.

MM_190505

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Marrubium - Marrubium
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 0.50 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
schijnkrans
Bloemvorm:
lipbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kroonbladen, 5 vergroeide kelkbladen
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
splitvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, vierkantig, behaard, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand en kruisgewijs
Bladvormen:
rond, eirond
Bladranden:
gezaagd, gekarteld, behaard
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschap:

Het areaal van Malrove omvat Europa, maar strekt zich niet tot in het uiterste noorden van dit werelddeel uit. Verder omvat het areaal ook  het zuidwesten van Azië en het Atlasgebied van Noord-Afrika. De standplaats is bij voorkeur zonnig en tamelijk droog en bestaat uit kalk- en stikstofhoudende grond. Begrazing door schapen bevordert de uitbreiding van de populatie van deze soort. Malrove is een kensoort van de Associatie van Ballote en andere Netels, een ruderale zoomgemeenschap, die overigens wat achteruit gaat en verarmt.

In de stedelijke omgeving is Malrove aangetroffen als lid van de kasseienflora aan het Willemdok in Antwerpen (Denters, 2020).

De plantensoort 'Malrove' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De typische kelkbuis met tien tanden aan de bovenrand is erg opmerkelijk aan de Malrove. Ook de recht omhoogstaande gespleten bovenlip wijkt sterk af van het normale patroon bij de Lipbloemen.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Malrove verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 153.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 500. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 608.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 926.

Schaminée, J., Sýkora, K., Smits, N. en Horsthuis, M., 2010, Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, KNNV Uitgeverij Veldgids nr 25, pp. 323.

Denters, T.  (2020) Stadsflora van de Lage Landen, Fontaine Uitgevers: 336.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Marrúbium vulgáre

In het Duitse taalgebied heet de soort Gemeiner Andorn; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 394.