Video Determinatie

Mais - Zea mays

Ons grootste gras, dat veel wordt aangebouwd ten behoeve van de intensieve veehouderij, is Maïs, Zea mays. Door zijn grootte en massale aanplant bijvoorbeeld in oostelijk Noord-Brabant is het niet te missen. Maïs en dan met name de kolven, zijn ook voor de mens een belangrijk voedingsmiddel. Maïs wordt soms wel eens in tuinen aangeplant als afscheiding en het is de laatste jaren steeds meer in zwang om zogenaamde Maïsdoolhoven in het veld te creëren ter vermaak. Maïs produceert veel pollen die sterk allergeen zijn. Omdat ze groot zijn worden ze niet zo ver meegevoerd door de wind, maar ze kunnen ernstige klachten veroorzaken bij wandelaars en fietsers die maïsvelden passeren.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Maïs, Zea mays L. supsp. mays, is het grootste in ons land voorkomende gras en hoort tot de Grassenfamilie. Het kan tot maar liefst 4 meter hoog worden. We kennen Maïs vooral als het op grote vlakken aangeplante graan- en voedergewas. De bladeren van Maïs zijn 5-12 cm breed. Het is een éénhuizige plant, maar de bloeiwijzen met mannelijke en vrouwelijke bloemetjes zitten op gescheiden plaatsen aan één plant. De plant bloeit in de periode juni-augustus, het is een echte zomerbloeier.

De mannelijke bloeiwijzen vinden we eindelings aan de top van de plant. Meestal zien we daar een aantal takken, die wel wat op aren lijken. Op de as zien we de aartjes met steeds twee bloemetjes. Een bloemetje is zittend en het andere gesteeld. De bloeiwijze met vrouwelijke bloemetjes vind je halverwege de plant. Aanvankelijk zijn ze verborgen in de oksels van de middelste stengelbladen en ze zijn omgeven door de bladscheden. De aartjes staan in rijen om de as van de kolf ingeplant. In elke aartje tref je een vruchtbaar en een onvruchtbaar vrouwelijk bloemetje aan. De vruchtbare bloemetjes hebben 15 tot soms wel 40 cm lange stijlen. Ze hangen uit de top van de scheden naar buiten.

De vruchten groeien uit tot de bekende maïskorrels die geoogst worden voor gebruik als maismeel, maar als de soort gekweekt wordt als voedergewas voor vee, wordt de hele plant geoogst en aan het vee gevoerd. Maïs is een zogenaamde C4 plant en ze is in staat om geweldige hoeveelheden stikstof, fosfor en koolstof vast te leggen. Maïsakkers worden dan ook overvloedig bemest. De mest is meestal afkomstig van het op het zelfde bedrijf geteeld vee. In Maïsakkers vind je vaak een aantal gierstgras-soorten als onkruid.

Maïs is oorspronkelijk afkomstig uit Amerika en kan soms spontaan in het wild opslaan uit gemorste maïskorrels. Ook wordt Maïs wel als tuinplant aangeplant.

Pollen van Maïs is van de graspollen zo ongeveer het grootste in omvang en gewicht. Daardoor kunnen de pollen in het algemeen niet erg ver van de planten vandaan komen. Ze worden maar over een beperkte afstand door de wind meegenomen en dwarrelen al snel op de grond. Maar omdat Maïspollen sterk allergeen is, kan iemand die gevoelig is voor deze pollen tijdens de bloei beter uit de buurt blijven van bloeiende Maïsvelden. Ga dus niet fietsen of wandelen door een gebied met bloeiende Maïsakkers, zoals je die bij voorbeeld zoveel in Oost-Brabant ziet. Bij het oogsten van Maïs tenslotte kan op de grond terechtgekomen pollen weer opgewerveld worden. Ook dan kan dit pollen nog allergische reacties opwekken bij voor pollen gevoelige mensen.

MM_110507

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Zea - Zea
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
1.00 - 4.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
in twee rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschappen:

De oorsprong van Maïs is Midden- en Zuid-Amerika, waar de plant al duizenden jaren door de Indianen als belangrijke voedselplant verbouwd wordt. De plant is in Midden-Amerika, Mexico en ook in Zuid-Afrika de belangrijkste voedselbron. Na de ontdekking van Amerika in 1492 door Columbus is Maïs in Europa ingevoerd en vandaaruit verder verspreid over de rest van de wereld. In Noordwest Europa wordt het vooral als veevoer geteeld. Soms worden maïskorrels wel gemorst en komt Maïs wel eens spontaan op andere plekken voor.

De plantensoort 'Mais' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Maïs is een gras en dat betekent dat pollen van Maïs zeer sterk allergeen is. Mensen die last hebben van een graspollenallergie kunnen dan ook tijdens de bloei van Maïs in de periode juni tot augustus hooikoortsachtige verschijnselen hebben als gevolg van Maïspollen. Dat zal vrijwel alleen gebeuren als je direct in de buurt bent van een bloeiend Maïsveld, want pollen van dit gras zijn veel groter dan andere graspollen en daardoor wordt het niet zo ver meegevoerd door de wind.

Bij opgravingen in Zuid-Amerika zijn restanten gevonden van de oorspronkelijke wilde vorm, de voorouder van de Maïs. Daaruit is af te leiden dat deze oorspronkelijke wilde vorm kolven had die slechts zo dik waren als een potlood. De Indianen waren er derhalve al lang voordat Columbus Amerika bereikte in geslaagd om uit deze wilde voorouder gecultiveerde Maïs te kweken, die als voedselgewas een grote rol speelde in het dagelijks leven.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 244. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 288.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 267.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Zéa máys